Een uithuisplaatsing is een van de meest vergaande interventies voor kinderen met gedrags-, emotionele of contextuele problemen (Lindquist & Santavirta, 2014). Het aantal kinderen in de zorg en de hoge kost die deze zorg met zich meebrengt, maakt de langetermijneffecten van uithuisplaatsing een belangrijk thema in wetenschappelijk onderzoek. Overzichtelijk onderzoek dat resultaten van verschillende domeinen samenbrengt (opleiding, tewerkstelling, inkomen, huisvesting, geestelijke gezondheid, middelenmisbruik en criminaliteit) is echter schaars. Aan de hand van de PRISMA-methode worden de resultaten van 32 oorspronkelijk kwantitatieve onderzoeken samengebracht. De onderzoeken worden onderverdeeld in twee groepen op basis van de oriëntatie van een land inzake kinderwelzijn: kinderbescherming vs. familiedienstverlening (Gilbert, Parton, & Skivenes, 2011). De resultaten zijn duidelijk en zorgwekkend. In beide systemen blijven alumni worstelen op alle vlakken. Een stabiele plaatsing, een basisdiploma en een standvastige figuur (mentor) die hen ondersteunt wanneer ze de zorg ontgroeien, lijken belangrijke factoren te zijn in het verbeteren van de uitkomsten
English abstract
Outcomes of children who grew up in foster care: a systematic-review
Out of home placement is one of the most far-reaching interventions targeted at children who are abused or neglected by their parents, or who are engaged in anti-social behavior (Lindquist & Santavirta, 2014). The large number of children in care and the high cost of child welfare make the outcomes of former foster youth a trending topic in research. However, research that combines results on different extents (education, employment, wages, housing, mental health, substance abuse and criminality) is sparse. Using the PRISMA method, the outcomes of 32 original quantitative studies were compared. The studies were categorized into two groups reflecting on the child welfare orientation of the country: child protection vs. family service (Gilbert, Parton, & Skivenes, 2011). The results are clear as well as troubling. In both systems, children who leave care continue to struggle on all areas (education, employment, income, housing, health, substance abuse and criminal involvement) compared to their peers from the general population. A stable foster care placement, establishing a foothold in education and having a steady figure (mentor) who supports youth after they age out of care seem to be important factors to improve the outcomes.
Volledige tekst lezen (enkel abonnees)/Read full text (subscribers only)
Over de (eerste) auteur

- Laura Gypen is wetenschappelijk medewerker en stagecoördinator aan de Vrije Universiteit Brussel, bij de Faculteit Psychologie en Educatieve wetenschappen, Vakgroep Klinische en Levenslooppsychologie. - Laura Gypen is research assistant and internship coordinator at the Vrije Universiteit Brussel, Faculty of Psychology and Educational Sciences, Department of Clinical and Lifespan Psychology. - E-mail: laura.gypen@vub.be
Overige artikelen van deze auteur
- 17 oktober 202258: 1-2 (2019)Langetermijnuitkomsten van uithuisplaatsing: Een systematische review
- 12 oktober 202259: 5 (2020)Familiebanden van pleegkinderen: Een kwalitatief onderzoek naar de beleving van pleegkinderen in perspectiefbiedende pleegzorg
- 11 oktober 202260: 4 (2021)Ervaring van de pleegzorgbegeleiding door Vlaamse pleegmoeders: een Q-studie
- 3 oktober 202261: 3 (2022)Het belang van het behaalde onderwijsniveau voor zorgverlaters