Er is al heel wat onderzoek voorhanden over de taken en ondersteuningsbehoeften van de pleegouders alsook omtrent het hierop aansluitende takenpakket van de pleegzorgbegeleiders. Een inzicht in de uitvoering van de pleegzorgbegeleiding en hoe deze ervaren wordt in de praktijk ontbreekt echter en trachten we in deze explorerende Q-studie te bekomen. We gingen na met welke frequentie taken uitgevoerd werden door de pleegzorgbegeleiders volgens de pleegmoeders en of begeleidingen hierin van elkaar verschilden. Er werd stilgestaan bij de ervaring van 28 pleegmoeders die voor een aansluitende periode van minstens één jaar pleegmoeder waren. Ze werden allemaal begeleid door éénzelfde pleegzorgdienst. De deelneemsters rangschikten 36 stellingen m.b.t. de taken van een pleegzorgbegeleider inzake frequentie op een 11-puntenschaal gaande van “niet vaak uitgevoerd” (-5) tot “heel vaak uitgevoerd” (+5). De taken die volgens de pleegmoeders het vaakst werden uitgevoerd, waren gericht op het opvolgen en monitoren van de ontwikkeling van het pleegkind via gesprekken met de moeder en het pleegkind zelf. Het opvolgen en monitoren van de ontwikkeling van het pleegkind via vragenlijsten en het observeren van de opvoeding werden het minst uitgevoerd. Aan de hand van een factoranalyse werden twee profielen teruggevonden bij de pleegzorgbegeleiders. Deze profielen verschilden m.b.t taken op het gebied van de samenwerking tussen alle betrokken partijen, de omgang met en ondersteuning van de ouders, het welzijn van de pleegouders en de opvoeding van het pleegkind.
English abstract
Experience of foster care guidance by Flemish foster mothers: a Q-study
There is a lot of research available on the tasks and support needs of foster parents as well as on the related tasks of foster care workers. An insight into the implementation of foster care guidance and how it is experienced by foster parents is lacking and tries to be obtained in this exploratory Q-study. More specifically, we wanted to examine with what frequency tasks were carried out by the foster care workers according to the foster mothers and whether foster care guidances differed from one another. The experience of 28 foster mothers who were fostering a child for a consecutive period of at least one year was considered. They were all supervised by the same foster care agency. The participants ranked 36 statements regarding the frequency their foster care worker carried out tasks on an 11-point scale ranging from “not often performed” (-5) to “very often performed” (+5). The tasks that were most frequently performed according to the foster mothers focused on following up and monitoring the development of the foster child through conversations with the mother and the foster child. Following up and monitoring the foster child’s development through questionnaires and observing parenting were the least often performed. Using a factor analysis two profiles were found among the foster care workers. These profiles differed with regard to tasks in the field of cooperation between all parties involved, dealing with and supporting the birth parents, the well-being of the foster parents and the parenting of the foster child.
Volledige tekst lezen (enkel abonnees)/Read full text (subscribers only)
Over de (eerste) auteur

- Camille Verheyden is wetenschappelijk en pedagogisch medewerker aan de Vrije Universiteit Brussel, bijde Faculteit Psychologie en Educatiewetenschappen -Camille Verheyden is a research and pedagogical assistant at the Vrije Universiteit Brussel, in the Faculty of Psychology and Educational Sciences - E-mail: camille.nadia.verheyden@vub.be