Ga naar de inhoud

Auteursrichtlijnen


Het tijdschrift OOP wil een brug zijn tussen theorie en praktijk in het brede domein van de orthopedagogiek. Dat betekent dat artikelen geplaatst worden over theorievorming en theoretische modellen, empirisch onderzoek naar waarde en bruikbaarheid van behandelingen en diagnostische methoden, historische aspecten van de orthopedagogiek, orthodidactiek, praktijkvoorbeelden van opvoeding en onderwijs en beleidszaken.

Het lezerspubliek verschilt in achtergrond en ervaring. Veel praktijkwerkers lezen het tijdschrift vanuit een interesse die de dagelijkse praktijk overstijgt en grenst aan wetenschappelijke belangstelling. Een andere lezersgroep wordt gevormd door wetenschappers met belangstelling voor de praktijk waartoe deze wetenschap dient en waaruit zij voortkomt. Aan auteurs die voor ons tijdschrift schrijven, wordt gevraagd om bij het schrijven een breed publiek voor ogen te houden, zonder dat zij hiervoor concessies doen aan de eisen, die aan een wetenschappelijke publicatie mogen worden gesteld. Anderzijds dienen auteurs die schrijven over de praktijk en/of het beleid rekening te houden met het van oudsher wetenschappelijk niveau van dit tijdschrift: praktijk dient de wetenschap, wetenschap dient de praktijk.

De redactie sluit zich aan bij de heersende traditie van collegiale toetsing of peer reviewing van de kopij om de wetenschappelijke aard van de bijdragen te waarborgen.



Opbouw wetenschappelijk artikel

De volgende punten in deze volgorde aanhouden:

Titelpagina (een voorbeeld staat in de bijlage aan het eind van dit document):

  • Titel + ondertitel
  • Auteursnamen
  • Samenvatting + kernwoorden, max. 350 woorden
  • Over de auteur(s)
  • Praktijklessen

Tekst (volgt meteen op het voorgaande)

  • Inleiding
    • evt. Subparagraaf 1
    • evt. Subparagraaf 2, etc.
  • Methode
    • Participanten, respondenten, deelnemers
    • Materiaal
    • Procedure
  • Resultaten
    • evt. Subparagraaf 1
    • evt. Subparagraaf 2, etc.
  • Discussie en/of Conclusie
    • evt. Subparagraaf 1
    • evt. Subparagraaf 2, etc.
  • Eventueel noten
  • Literatuurlijst
  • Eventueel Appendix

Extra informatie bij de verschillende onderdelen

  • Houd de titel bij voorkeur kort en bondig, een ondertitel is toegestaan.
  • De namen van de auteur(s) worden weergegeven door de voor- en achternaam.
  • De samenvatting is bij voorkeur niet langer dan 300 woorden en bevat ten minste de relevantie van het onderzoek voor de praktijk.
  • De praktijklessen betreffen nieuwe inzichten, tips, conclusies die voor de praktijk relevant zijn.
  • De inleiding bevat de achtergrond die tot de vraagstelling of hypothese heeft geleid, waarbij alle beweringen door literatuur worden ondersteund. De inleiding wordt afgerond met een duidelijke probleemstelling.
  • De methode bestaat meestal uit drie onderdelen: 1. een beschrijving van de mensen die hebben deelgenomen aan het onderzoek; 2. een beschrijving van het gebruikte materiaal (vragenlijsten of experimenteel materiaal, etc.); en 3. de procedure hoe het onderzoek is verlopen.
  • De resultatenparagraaf beschrijft op statistisch verantwoorde wijze hoe de hypothesen getoetst of vraagstellingen onderzocht zijn.
  • De discussie of conclusie begint met een samenvatting van de resultaten in het licht van de probleemstelling zoals geformuleerd aan het einde van de inleiding. Vervolgens worden de resultaten naar een hoger plan getrokken door op de bevindingen te reflecteren.
  • Eventuele noten worden spaarzaam gebruikt voor iets dat niet noodzakelijk is of te storend zou zijn om in de lopende tekst toe te voegen.
  • De gebruikte literatuur wordt weergegeven in een alfabetisch gerangschikte lijst volgens APA-stijl (American Psychological Association, 5e editie). Zie voorbeelden hieronder.
  • Het ‘over de auteur(s)’ omvat functie(s), werkomgeving(en), evt. opleiding(en) en het e-mailadres van de auteurs.


Vormgeving

  • De omvang is beperkt tot 6000 woorden, inclusief samenvatting, noten en literatuurlijst (alleen in overleg worden langere artikelen geaccepteerd).
  • Verwerk grafieken, tabellen, figuren etc. zo mogelijk in de tekst. Elke grafiek, tabel, figuur etc. dient genummerd te worden (Tabel 1, Tabel 2, etc.; Grafiek 1, Grafiek 2, etc.). Plaats tabellen en grafieken in de tekst en verwijs in de tekst naar Tabel 1 of Grafiek 3.
  • Lever de tekst zo plat mogelijk aan. Alleen cursief, vet, super- en/of subscript is toegestaan. Voor opsommingen geldt:
    • Gebruik het (–) teken als ‘neutraal’ opsomteken.
    • Voeg na de opsomming een witregel.
    • Laat opsommingen met korte zinnen of één woord beginnen met kleine letter en eindigen zonder leesteken. Alleen de laatste zin eindigt met een punt.
    • Gebruik bij een opsomming binnen een opsomming consequent een ander indelingsteken.
  • Ga bij de verdeling van de hoofdparagrafen bij voorkeur niet verder dan een indeling met één subparagraaf.
  • Gebruik regelafstand 1.
  • Gebruik de spelling volgens het Groene Boekje.

Beeldmateriaal

Met ‘Beeldmateriaal’ bedoelen we: Figuren, Schema’s en Foto’s. Naast de kopij met de hierin geplaatste beelden, ontvangen we de beelden ook graag in een aparte file. Deze moeten aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • Geen zogenaamde ‘clipart’ dat van Word afkomstig is. Dit is ongeschikt voor drukwerk.
  • Figuren en schema’s als PDF-bestand. (Mag eventueel ook een PDF zijn van het Word-bestand van het artikel.)
  • Foto’s als JPEG of TIFF bestand (300 dpi voor een kleine foto, en 600 dpi voor een bladvullende foto)


Literatuurreferenties

Literatuurlijst

Deze wordt samengesteld op basis van de APA-normen, 7de editie: www.apa.org. Met uitzondering van de alfabetisering op achternamen met voorvoegsels van de eerste auteur. De voorvoegsels ‘van’, ‘de’, ‘van der’, ‘‘t’ komen na de initialen, waardoor ‘de Leeuw’ onder de L wordt geschaard.

De meest voorkomende referenties en hun APA-weergave zijn:

Tijdschriftartikelen
Garvey, W.D. & Griffith, B.C. (1971). Scientific communication: Its role in the conduct of research and the creation of knowledge. American Psychologist, 26, 349-362.

Boek
Ruijssenaars, A.J.J.M. (1992). Rekenproblemen. Rotterdam: Lemniscaat.

Artikel in boek
Drenth, P.J.D. (1970). Sociale en ethische aspecten van het testgebruik. In P.J.D. Drenth, P.J. Willems & Ch.J. de Wolff (red.), Bedrijfspsychologie: onderzoek en evaluatie (pp. 114-127). Deventer: Kluwer.

Referenties in de tekst

De 7de editie van de APA-handleiding schrijft voor dat bij 2 auteurs beiden altijd genoemd worden. Daarentegen worden 3 of meer auteurs vanaf de eerste keer meteen afgekort tot Auteur et al. (jaar).



Verzending en communicatie

E-mail het artikel, opgemaakt in Microsoft Word of Keynote (voor Macgebruikers), naar redactie@orthopedagogiek.eu. De redactie streeft ernaar om u binnen een maand te laten weten of uw bijdrage kan worden geplaatst.

Ingezonden artikelen worden ter beoordeling aan twee reviewers voorgelegd. Bij acceptatie van het artikel krijgen de auteurs een drukproef ter controle. Het verdient aanbeveling het artikel vóór inzending zeer nauwkeurig samen te stellen, want inhoudelijke correcties kunnen na de drukproef technisch niet meer worden verwerkt. Er kunnen uitsluitend zetfouten gecorrigeerd worden.



Voorbeeld van de eerste of titelpagina

De Cito-spellingtoets
Onze bezwaren nader toegelicht

Anna M.T. Bosman & José L.M. Schraven

Samenvatting

In deze reactie op de Wijs (2010) van het vorige nummer van dit tijdschrift bespreken wij nogmaals onze bedenkingen ten aanzien van de keuze van het Cito om een meerkeuzetoetsvorm op te nemen in het nieuwe Leerling Onderwijs Volg Systeem (LOVS) als maat voor spellingvaardigheid. Op basis van de samenvatting van het oorspronkelijke empirische onderzoek laten we zien dat er wel degelijk grote problemen zijn met de validiteit van de Cito-spellingtoets. Ook de stelling van het Cito dat er passieve spellingkennis gemeten moet worden, middels de meerkeuzetoetsvorm, wordt kritisch beschouwd.
Kernwoorden: spelling, gestandaardiseerde testen, betrouwbaarheid, validiteit

Over de auteurs

Prof. dr. Anna M.T. Bosman is hoogleraar bij het Behavioural Science Institute en de sectie Orthopedagogiek: Leren en Ontwikkeling van de Radboud Universiteit Nijmegen. E-mail: a.bosman@pwo.ru.nl.
Drs. José L.M. Schraven is orthopedagoog en methodiekontwikkelaar bij TGM, Zutphen. E-mail: tgm@planet.nl.

Praktijklessen
  1. XXX
  2. XXX
  3. XXX