Dit kwalitatief onderzoek beschrijft hoe 27 pleegkinderen tussen 12 en 18 jaar oud, geplaatst in perspectiefbiedende pleegzorg, het concept familie ervaren. Conform eerder onderzoek kijken pleegkinderen pragmatisch en ruimdenkend naar het concept familie. In het algemeen waren ze zeer tevreden over hun pleeggezin dat ze beschouwden als echte familie. Vaak stellen ze dat het hen beter vergaat dan in het gezin van oorsprong. De aanwezigheid van andere kinderen in het pleeggezin wordt meestal als positief ervaren. De relatie met hun familie van oorsprong is complexer. Pleegkinderen spraken over hun ouders met een grote loyaliteit en vergevingsgezindheid, maar ook met bezorgdheid, verdriet en boosheid. Tijdens contactmomenten worden vaak leuke activiteiten gedaan, maar niet zelden worden ze overschaduwd door conflicten en problemen. Broers en zussen nemen een belangrijke plaats in, al zorgt de plaatsing soms voor een vertroebeling van contact. Het creëren van een context waarin de ontwikkelingsnoden van het pleegkind centraal staan en het pleegkindperspectief een duidelijke plaats krijgt, is dan ook een belangrijke opdracht voor pleegzorgbegeleiders.
English Abstract
Family bonds of foster children: A qualitative research regarding the experience of foster children in long-term foster care
This qualitative research describes how 27 foster children, aged 12 to 18 years placed in long-term family foster care, experience the concept ‘family’. In accordance with previous research, foster children had a pragmatic and open-minded view of the concept ‘family’. In general, they were remarkably satisfied with the foster family and considered them as real family. They often believed that they fared better in their foster family than in their family of origin. The presence of other children in the foster family was usually perceived as positive. The relationship with their biological family was more complex. Foster children spoke about their parents with great loyalty and eagerness to forgive, but were also concerned, sad, and angry. During visits fun activities were often done, although visits were frequently overshadowed by conflicts and problems. Siblings had a prominent place, although the foster care placement sometimes troubled the contact between siblings. Creating a context in which the foster child’s developmental needs are central and the foster child perspective is given a clear place is therefore an important task for foster care workers.
Volledige tekst lezen (enkel abonnees)/Read full text (subscribers only)
Over de (eerste) auteur

-
Prof. dr. Frank Van Holen is beleidsdirecteur bij Pleegzorg Vlaams-Brabant en professor aan de Vrije Universiteit Brussel, Faculteit Psychologie en Educatieve wetenschappen, Vakgroep Klinische en Levensloop-
psychologie - Prof. dr. Frank Van Holen is head of department at foster care Vlaams Brabant and professor at the Vrije Universiteit Brussel, Faculty of Psychology and Educational Sciences, Department of Clinical and Lifespan Psychology - E-mail: frank.vanholen@pleegzorgvbb.be.
Overige artikelen van deze auteur
- 17 oktober 202258: 1-2 (2019)Langetermijnuitkomsten van uithuisplaatsing: Een systematische review
- 12 oktober 202259: 5 (2020)Familiebanden van pleegkinderen: Een kwalitatief onderzoek naar de beleving van pleegkinderen in perspectiefbiedende pleegzorg
- 11 oktober 202260: 4 (2021)Ervaring van de pleegzorgbegeleiding door Vlaamse pleegmoeders: een Q-studie
- 3 oktober 202261: 3 (2022)Het belang van het behaalde onderwijsniveau voor zorgverlaters