In gezingsgerichte hulp wordt het vergroten van de empowerment van ouders als een belangrijke manier gezien om positieve behandeluitkomsten te bereiken, zoals in het probleemgedrag van hun kinderen. Empirisch onderzoek is echter schaars en alleen gericht op ontwikkelingen tijdens gezinsgerichte hulp. De voorliggende studie onderzocht In gezingsgerichte hulp wordt het vergroten van de empowerment van ouders als een belangrijke manier gezien om positieve behandeluitkomsten te bereiken, zoals in het probleemgedrag van hun kinderen. Empirisch onderzoek is echter schaars en alleen gericht op ontwikkelingen tijdens gezinsgerichte hulp. De voorliggende studie onderzocht hoe de empowerment van ouders en de gedragsproblemen van kinderen zich ontwikkelen tijdens en na gezinsgerichte hulp. Ook werd de hypothese getoetst dat empowerment van ouders aan het einde van gezinsgerichte hulp een buffer vormt tussen de negatieve invloed van ouderlijke stress op de gedragsproblemen van kinderen na gezinsgerichte hulp. In de studie volgden we 275 gezinnen met meervoudige en complexe problemen voor een lange periode. Deze gezinnen werden ondersteund met Intensieve Ambulante Gezinsbehandeling (IAG). Informatie over de empowerment van ouders (Empowerment Vragenlijst) en gedragsproblemen van kinderen (Strengths and Difficulties Questionnaire) werd verzameld aan het begin en einde van de hulp, en gemiddeld 2.8 jaar (SD = 1.6) later. Op dit follow-upmoment werd ook informatie verzameld over ouderlijke stress en verdere professionele ondersteuning aan het gezin. De gegevens werden geanalyseerd met latente regressieanalyses. Uit de studie bleek dat de gedragsproblemen van kinderen tussen aanvang en einde van gezinsgerichte hulp significant afnemen (effectgrootte = .60) en dat de empowerment van ouders significant toeneemt (effectgrootte = .53). De geboekte vooruitgang in het kindgedrag houdt stand na de hulp. De gedragsproblemen blijven gemiddeld echter ernstig en verdere professionele ondersteuning voor het kind na gezinsgerichte hulp is nodig. Conform onze verwachting vonden we een positieve relatie tussen ouderlijke stress en gedragsproblemen bij kinderen na gezinsgerichte hulp (B = 1.12). We zagen echter ook dat de empowerment van ouders aan het einde van gezinsgerichte hulp een buffer vormt (B = -.53); ouderlijke stress heeft een minder negatieve invloed op de ontwikkeling van gedragsproblemen van kinderen na gezinsgerichte hulp wanneer ouders meer empowered zijn aan het einde van de hulp. Onze studie benadrukt het belang van empowerment van ouders tijdens gezinsgerichte hulp voor de ontwikkeling van de gedragsproblemen van kinderen op langere termijn
English abstract
Parental empowerment as a buffer between parental stress and child behavioral problems after family treatment
In family-centered treatment (FCT), parental empowerment is seen as an important element to bring about positive and sustainable treatment changes, such as in children’s problem behavior. However, empirical research on this is scarce and focuses only on short-term treatment outcomes. The present study examined how parental empowerment and children’s behavioral problems develop during and after family-centered care, in our study Intensive Family Treatment. We also tested the hypothesis that parental empowerment at the end of FCT buffers the negative influence of parental stress on children’s behavioral problems after FCT. We included 275 families with complex and multiple problems. Information about parental empowerment (Empowerment Vragenlijst) and child behavioral problems (Strengths and Difficulties Questionnaire) was gathered at the start and end of FCT and at follow-up, on average 2.8 years (SD = 1.6) later. At follow-up, information was also collected about parental stress and professional support. Data were analyzed through latent regression analyses. The results showed that children’s behavioral problems decrease significantly between the start and end of FCT (effect size = .60) and parental empowerment increases significantly (effect size = .53). The progress made in child behavior also persists after FCT. However, the behavioral problems remain severe on average and further professional support for the child is needed after FCT. In line with our expectation, we found a relationship between more parental stress and more behavioral problems in children after FCT (B = 1.12). However, we also found that parental empowerment at the end of FCT forms a buffer (B = -.53); parental stress has a less negative impact on children’s development of behavioral problems after FCT when parents are more empowered at the end of FCT. Our study highlights the importance of parental empowerment during family-centered care for the longer-term development of children’s behavioral problems.
Volledige tekst lezen (enkel abonnees)/Read full text (subscribers only)
Over de (eerste) auteur

- Drs. Harm Damen is programmaleider Onderzoek en Innovatie bij Pactum en senior onderzoeker bij Praktikon. Zijn werk concentreert zich rond het thema Organisatie en Implementatie van Jeugdzorg - Drs. Harm Damen is a program leader Research and Innovation at Pactum, and a researcher at Praktikon. His work focuses on the organization en implementation of youth care - E-mail: h.damen@pactum.org
Overige artikelen van deze auteur
- 17 november 202261: 5 (2022)Empowerment van ouders als buffer tussen ouderlijke stress en gedragsproblemen van kinderen na gezinsgerichte hulp
- 17 oktober 202258: 7-8 (2019)Empowerment van ouders en gedragsproblemen van kinderen tijdens een periode van jeugdzorg
- 11 oktober 202259: 6 (2020)Kunnen ambulante interventies uithuisplaatsingen in de jeugdhulp voorkomen? – Evaluatie van de interventie Ambulante spoedhulp