Inclusief onderwijs kent in Nederland vele vormen, waaronder geïntegreerd onderwijs, waarbij leerlingen met en zonder extra ondersteuningsbehoefte (EO) in hetzelfde gebouw worden onderwezen. Dit beoogt bij te dragen aan de sociale inclusie voor alle leerlingen. Voor sociale inclusie zijn een positief zelfconcept, acceptatie door klasgenoten en vriendschappen van belang. Dit onderzoek beoogt zicht te krijgen op hoe deze concepten eruitzien bij reguliere VMBO-leerlingen, leerlingen uit het Praktijkonderwijs (PRO) en leerlingen in het VSO met ofwel een verstandelijke beperking (VB) ofwel gedragsproblematiek (GP) in een geïntegreerde schoolsetting. Ook is onderzocht of de leerlingen op deze variabelen onderling van elkaar verschillen. De resultaten laten zien dat de sociale aspecten van het zelfconcept door alle groepen het laagst worden beoordeeld, leerlingen van het VMBO minder worden geaccepteerd door hun klasgenoten dan leerlingen met een VB en dat de vier groepen leerlingen onderling niet verschillen in aantal vriendschappen. De beoogde doelstellingen van geïntegreerd onderwijs op de sociale inclusie van leerlingen lijkt nog niet zichtbaar in zelfconceptscores, maar de mate van acceptatie en de hoeveelheid vriendschappen lijken over de groepen heen positief te zijn. Een geïntegreerde onderwijssetting lijkt dan ook niet nadelig te zijn voor leerlingen in relatie tot sociale inclusie.
Open access: volledig artikel lezen
Over de (eerste) auteur

- Ivonne Douma, MSc., is als onderzoekscoördinator verbonden aan het Regionaal Expertisecentrum Noord Nederland, cluster 4 (RENN4), een onderwijsorganisatie voor gespecialiseerd onderwijs. Daarnaast is zij promovendus bij de Rijksuniversiteit Groningen. Haar onderzoek richt zich op de sociale aspecten van inclusief onderwijs. E-mail: i.douma@renn4.nl