Ga naar de inhoud

De beperkte rol van aandachtsconcentratie bij leren lezen

Leesproblemen en dyslexie worden het meest in verband gebracht met fonologische problemen, maar lijken ook samen te hangen met onder andere aandachtsconcentratie. De inhibitietheorie beschrijft aandachtsconcentratie vanuit een wiskundig perspectief, waarbij de reactietijden van herhaalde basale, geautomatiseerde taken als basis dienen voor het vaststellen van het niveau van de aandachtsconcentratie (van der Ven et al., 2017). Een voorbeeld van een dergelijke taak is de Aandachts Concentratie Test (ACT). Om de reactietijden van de ACT juist te registreren is het noodzakelijk dat de test zonder fouten gemaakt wordt. Uit eerder onderzoek bleek dat de aanname dat iedereen de ACT foutloos zou moeten kunnen afmaken, niet zonder meer geldt voor een groot deel van de leerlingen met dyslexie. Daarnaast bleek dat oefenen van de ACT niet leidde tot een verbetering van de prestaties op deze taak en ook niet tot een grotere vooruitgang tijdens de dyslexiebehandeling (Walda et al., 2022). Het huidige experiment heeft als doel te onderzoeken of deze aanname terecht was voor leerlingen zonder dyslexie en of de resultaten van het oefenen van de ACT verschillen tussen leerlingen met en zonder dyslexie. De resultaten van zes oefensessies met de ACT van 22 leerlingen met dyslexie uit het eerdere experiment werden vergeleken met die van 34 leerlingen zonder dyslexie op een reguliere basisschool. Beide groepen leerlingen werden, verdeeld over een experimentele conditie en controleconditie, twee keer getest om zo de effecten te onderzoeken van het oefenen met de ACT. Het meest in het oog springende resultaat was dat de leerlingen zonder dyslexie direct in staat bleken te zijn de ACT foutloos af te maken. Er zijn nauwelijks significante verschillen gevonden tussen experimentele condities en controlecondities; beide bleken vooruitgang te boeken op het technisch lezen van woorden en tekst, hoewel de vooruitgang in de groep leerlingen met dyslexie duidelijker was dan in de groep leerlingen zonder dyslexie. De belangrijkste conclusie luidt dan ook dat aandachtsconcentratie weinig betekenis lijkt te hebben wanneer het doel de vooruitgang in technisch lezen is. Geadviseerd wordt om leesonderwijs daarom juist te richten op de concrete taak van het technisch lezen en daarbij de aanbevelingen uit het meest recente Protocol Dyslexie Diagnostiek en Behandeling (Tijms et al., 2021) ter harte te nemen.

Kernwoorden: dyslexie, aanvankelijk lezen, aandachtsconcentratie, inhibitietheorie

OVER DE AUTEURS

Sietske Walda, MSc., is onderzoeker bij het Behavioural Science Institute (BSI) en docent bij Pedagogische Wetenschappen van Primair Onderwijs van de Radboud University, Nijmegen. E-­mail: sietske.walda@ru.nl.

Lydia Weenk, MSc., is orthopedagoog bij het Candea College in Duiven.

Dr. Marjolijn van Weerdenburg is onderzoeker bij het BSI en het expertisecentrum Radboud Talent in Ontwikkeling en docent bij de opleiding Pedagogische Wetenschappen. E-mail: marjolijn.vanweerdenburg@ru.nl.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us