Deze studie onderzocht het wederzijdse verband tussen probleemgedrag bij jeugdigen en de therapeutische alliantie met hun mentor gedurende de eerste zes maanden van hun residentiële behandeling. De onderzoeksgroep bestond uit 393 jeugdigen (60% jongens) tussen de tien en negentien jaar oud (M = 15.30; SD = 1.85). Probleemgedrag en alliantie werden bij de start van de behandeling en na zes maanden behandeling gemeten. Probleemgedrag werd gerapporteerd door de jeugdige, alliantie werd door zowel jeugdigen als hun mentor gerapporteerd. De resultaten toonden aan dat meer internaliserende problemen van jeugdigen aan het begin van de behandeling voorspellend waren voor een sterkere toename van de emotionele en taakalliantie zoals gerapporteerd door de mentor gedurende de eerste zes maanden van de behandeling. Meer externaliserende problemen aan het begin van de behandeling hingen samen met een lagere taakalliantie aan het begin van de behandeling, zoals gerapporteerd door de mentor. De emotionele en taakalliantie aan het begin van de behandeling zoals gerapporteerd door de jeugdigen hingen niet samen met probleemgedrag aan het begin van de behandeling, en waren niet voorspellend voor de problematiek zes maanden later. Implicaties voor de klinische praktijk en onderzoek worden besproken.
English abstract
The relation between internalizing and externalizing problem behavior and early therapeutic alliance in residential youth care: a cross-lagged analysis
This study investigated the reciprocal relation between adolescents’ internalizing and externalizing behavior, and therapeutic alliance between children and their primary group care worker during the first half year of residential care. The sample consisted of 393 children and adolescents (60 % boys) between 10 and 19 years old (M = 15.44; SD = 1.92). Problem behavior and alliance were measured at the start of treatment and six months later. Problem behavior was reported by children, whereas alliance was reported by children and their group care workers. Results showed that higher levels of internalizing problems at the start of treatment were predictive for stronger increases in both emotional alliance and task alliance from start to six months according to the group care worker. Higher levels of externalizing problems at the start of treatment were associated with lower levels of task alliance as perceived by the group care worker at start of treatment. No associations were found between alliance at the start of treatment and problem behavior at the start of treatment and six months later, as perceived by the adolescents. Implications for future research and clinical practice are discussed.
Volledige tekst lezen (enkel abonnees)/Read full text (subscribers only)
Over de (eerste) auteur

- Renée N.H. Tijdink, MSc, is onderzoeker bij Praktikon - Renée N.H. Tijdink, MSc, is researcher at Praktikon, an organization for advice and research in mental health care. E-mail - r.tijdink@acsw.ru.nl