Ga naar de inhoud

Je kunt beter een been breken

Hulp bij verslaving wordt in Nederland overal aangeboden. Je hoeft de eerste drie woorden maar aan Google aan te bieden en je krijgt vele hits. Deze aanbieders hebben vaak laagdrempelige aanmeldformulieren; soms kost het slechts vijf minuten, maar o wee als je naast een verslaving ook aangeeft dat er sprake is van een licht verstandelijke beperking. Plotseling laten ze het allemaal afweten.

Oké, denk je, dan ga ik toch naar organisaties die hulp bieden aan mensen met een beperking. Maar dan blijkt dat de verslaving een contra-indicatie is. Je zou denken dat we het in Nederland zo georganiseerd hebben dat hulpverleningsinstanties de plicht hebben om mensen te helpen. Sinds de privatisering in de zorg heeft elke instantie echter het recht aan te geven welke mensen wel en welke niet geholpen kunnen worden.

Complexe problematiek is minder winstgevend, en dat maakt dat organisaties eerst willen weten wat de kans op succes is. De hulpvrager waar ik aan denk, vraagt, smeekt en bedelt al meer dan een jaar om hulp. Er is eindelijk een instantie die de deur op een kier heeft gezet, maar die heeft dan weer de voorwaarde dat de hulpvrager niet onder invloed mag zijn tijdens de intake. Het is alsof het ziekenhuis stelt dat je met een gebroken been naar de eerste hulp mag komen op voorwaarde dat je geen pijn hebt. Geestelijke nood is nog altijd minder belangrijk en minder urgent dan lichamelijke. Als geestelijkegezondheidsorganisaties hun taak niet serieus nemen en hun attitude niet veranderen, zullen mentale problemen nooit serieus genomen worden.