Ga naar de inhoud

Ode aan het gewone

In mijn lessen heb ik het voorrecht om de studenten Klinische Orthopedagogiek en Disability Studies aan de Universiteit Gent te mogen inleiden in de theoretische orthopedagogiek. Hierbij staan we niet enkel stil bij actuele theorieën, recente tendensen en toekomstige ontwikkelingen, maar bestuderen we ook de pioniers die ons de afgelopen decennia rijke orthopedagogische inzichten hebben verschaft. Em. prof. Jan van der Ploeg benoemt deze pioniers terecht als de ‘kopstukken van de orthopedagogiek’.

Eén van die kopstukken is Wim Ter Horst (1928-2018), wiens bijdrage aan de orthopedagogiek mijns inziens niet kan worden overschat. Hij is het immers die aan de grondslag ligt van het benoemen van het handelen in ‘problematische opvoedingssituaties’ als het kernthema van de orthopedagogiek. En hoewel we vandaag eerder spreken over opvoedingssituaties die door de betrokkenen als moeilijk ervaren worden, ligt dit helemaal in lijn met zoals Ter Horst dit ook bedoelde. Naast zijn theoretische inzichten had Ter Horst ook veel aandacht voor het ‘gewone’ in de orthopedagogiek; misschien wel een contradictio in terminis op het eerste gezicht? Zijn we immers als orthopedagogen niet net gericht op het ondersteunen van mensen en hun omgeving in bijzondere opvoedingssituaties? Ter Horst leerde ons dat net in deze situaties de aandacht voor het gewone vaak al (bijzonder) genoeg is. De pedagogische grondvormen die hij beschreef in het veelgelezen werk ‘Herstel van het gewone leven’ zijn nog steeds buitengewoon actueel: samen spelen, eropuit trekken, samen eten, het beleven van rituelen, … het zijn stuk voor stuk situaties en activiteiten waarin ‘samen handelen’ op de voorgrond komt te staan.

Het is dan ook niet zo vreemd dat Ter Horsts ideeën – hun tijd ver vooruit lijkt het wel – zo sterk resoneren in recente visies en perspectieven, waaronder de herstelbeweging in de geestelijke gezondheidszorg. De herstelvisie legt de focus op het leven van een persoonlijk waardevol leven, zoals jaren geleden (1993) door Anthony treffend is beschreven:

“Het is een manier van leven, van het leiden van een bevredigend, hoopvol en zinvol leven met de beperkingen die de psychische klachten met zich meebrengen. Herstellen betreft het ontgroeien van de catastrofale gevolgen van een psychiatrische aandoening en de ontwikkeling van een nieuwe betekenis en een nieuw doel in iemands leven.” (overgenomen van www.psychosenet.nl/hulp-en-herstel/wat-is-herstel)

Het is opvallend te zien hoe sterk deze visie linkt aan het denken van Ter Horst en hoe visionair deze laatste in deze is gebleken. Zijn invloed op andere tendensen, zoals de (hernieuwde) aandacht voor leefklimaat in de residentiële jeugdzorg, kan trouwens ook niet worden overschat.

En dus, zoals verschillende collega’s (onder wie Clara De Ruysscher, Delphine Levrouw en Rudi Roose) het recent nog verwoordden of onderzochten: laten we “het gewone in de orthopedagogiek en hulpverlening” vooral niet vergeten, maar integendeel steeds voor ogen houden en bijzondere aandacht geven. Daarom hierbij, in de woorden van Clara De Ruysscher: ode aan het gewone!

Veel dank aan collega Clara De Ruysscher voor het suggereren van deze titel.