Ga naar de inhoud

Geweldloos verzet in een residentiële jeugdzorg (-plus) voorziening voor jongeren met een zeer intensieve begeleidingsbehoefte

Veel jongeren in de residentiële jeugdhulp hebben een complexe, meervoudige problematiek. Meestal worden zij begeleid in (behandel)groepen van 8 tot 12 jongeren. Thans is er een omvorming gaande binnen de residentiële zorg, waarbij jongeren bij voorkeur in kleinschalige groepen behandeld worden. Kleinschalig werken in combinatie met geweldloos verzet (GV) is een veelbelovende en hoopvolle benadering in de behandeling van deze jongeren. GV is een methode die de gezagsfunctie van ouders/opvoeders ondersteunt en zich tegelijkertijd richt op het contact en de verbinding tussen ouders/opvoeders en hun kind. Hierdoor kan er de-escalerend worden gewerkt en kunnen incidenten worden voorkomen. Het doel van het huidige onderzoek is om inzicht te verkrijgen in de mogelijke meerwaarde van een teamtraining GV in residentiële individuele maatwerkgroepen. Over een periode van twee jaar, verdeeld over vier tijdvakken van een half jaar, is gekeken naar veranderingen in (1) het aantal en de soort geregistreerde incidentenregistraties en (2) gedragsproblemen, gerapporteerd op de Beknopte Probleem Meter (BPM) door jongeren zelf, hun ouder(s), groepsleiding en leerkrachten. Het onderzoek vond retrospectief plaats: er is gebruikgemaakt van data die in het kader van Routine Outcome Monitoring (ROM) werden verzameld. Gedurende de GV-training woonden er 39 jongeren in de groepen; van 36 jongeren zijn gegevens geanalyseerd. Vergeleken met de periode voor de teamtraining, was er tijdens en na de training een verandering in het aantal en de aard van incidenten te zien: agressie-incidenten daalden tijdens, maar stegen weer na afloop van de teamtraining. Andere soorten incidenten daalden eveneens. Echter de incidenten die te maken hadden met automutilatie en uitingen van suïcidaliteit, stegen in het tijdvak ná de training. Bij analyse van de BPM bleken er veel ontbrekende waarden: van slechts 13 jongeren waren meerdere metingen beschikbaar. Onderhavige studie wijst uit dat er, gedurende de periode dat behandelteams getraind werden in GV, veranderingen waarneembaar waren in gedrag en incidenten en dat agressieve incidenten minder voorkwamen. Onduidelijk blijft echter of die veranderingen toe te schrijven zijn aan de teamtraining GV. Vervolgonderzoek is nodig om de bevindingen verder te toetsen op causaliteit en te bekijken op welke manier en voor wie GV van toegevoegde waarde kan zijn.

Kernwoorden: residentiële jeugdhulp, geweldloos verzet, incidenten, gedragsproblemen

Over de auteurs

Drs. Femke M. Tuinte-van Baarle is klinisch psycholoog/specialist bij Pluryn. E-mail: fvanbaarle@pluryn.nl.

Dr. Floor van Santvoort is senior onderzoeker bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, University of Applied Sciences, Academie Mens en Maatschappij. E-mail: floor.vansantvoort@han.nl.

Dr. Karin S. Nijhof is senior onderzoeker bij de Academische Werkplaats Risicojeugd van Pluryn, en de Radboud Universiteit in Nijmegen. E-mail: knijhof@pluryn.nl.

PRAKTIJKLESSEN

  1. Geweldloos verzet lijkt een veelbelovende en hoopvolle benadering en lijkt goed aan te sluiten bij individueel maatwerk in residentiële begeleiding en behandeling.
  2. Geïndividualiseerde en maatwerkbehandelingen vragen om andersoortige effectmetingen, zoals een single case (experimental) design.
  3. Dossieranalyse heeft laten zien dat er vaak sprake is van een vorm van (complex) trauma/hechtingsproblematiek en/of autismespectrumproblematiek bij jongeren in deze specialistische behandelgroepen.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us