Ga naar de inhoud

Brief van een ouder-begeleider

Wat voorafging
Na een vorming te hebben bijgewoond van Filip Morisse en Leen De Neve, beiden betrokken bij VVO, stuurde Leen, een begeleidster in een voorziening en zelf ook ouder van een kind met een ernstig verstandelijke beperking, onderstaande mail naar hen. Leen ging akkoord om haar mail te delen. We publiceren onversneden haar getuigenis.


Vertel het aan de bomen, vertel het aan een kind, aan een mens, aan alle mensen … hoe graag ik deze bijzondere mensen met bijzondere problematieken zie. Ze zijn zo puur, blijven zo dicht bij zichzelf, weten zo te raken, komen zo onverwacht ‘out of the box’ uit de hoek. Als je met humor en liefde (en toch ook wel kennis) naar hen kijkt, wordt je eigen leven rijker. Dat heb ik persoonlijk mogen ervaren.

Dus: Het Nieuwsblad, ‘den’ Humo, De Morgen, De Standaard, sociaal.net (vooral sociaal.net!), Gasthuisberg, Binu Singh (nog meer!), opleidingen, boeken, … Voor mijn part in den almenak, de Playboy of het ‘boekske’ van het Vlaams Belang, wat al nog meer … Gebruik mijn mail maar. Ga je gang! Met of zonder naam en toenaam.

Gisteren volgde ik uw opleiding. Ik ben de vrouw die jullie achteraf vroeg of jullie het boek van Gijs van Gemert kenden: Kwaliteit van bestaan voor bewoners én begeleiders. Ik ben ontzettend dankbaar dat ik uw opleiding mocht volgen en nog dankbaarder dat de omschakeling naar ‘een nieuwe soort zorg’ stilaan wortelschiet, ook in Vlaanderen.

Ik ben moeder van een kind met een ernstig mentale beperking (en autisme en gedragsproblemen) en – toevallig – werk ik al heel mijn leven als begeleider in de voorzieningen van Oost-Brabant. Ik heb al heel wat gezien, meegemaakt en zelf gevoeld omtrent de omgang met personen met een mentale beperking. In beide rollen: als ouder én als begeleider op de werkvloer.

Voor mijn dochter hebben wij heil gevonden bij Anneke Groot in Nederland. Janne was op driejarige leeftijd volledig vastgelopen (zeg maar ‘afgeschreven’) en we kregen weer ‘ingang’ bij haar via contactgericht spelen en leren (vergelijkbaar met Floortime van S. Greenspan). Met haar IQ van 40 leerden we haar samen met vele vrijwilligers (of beter: leerde ze zichzelf) lezen, op hoog niveau accordeon spelen en bijzondere kunst maken met strijkparels. Ik leerde bij Anneke Groot mentaliseren. Op zeer bijzondere wijze. Door het dagelijks samenzijn met een bijzonder kind ben ik goed getraind en is ‘liefdevolle acceptatie’ een basishouding geworden.

Om nu tot het punt te komen waar ik eigenlijk al eerder wilde geraken: nog iedere dag worden personen met een beperking in Vlaanderen slecht behandeld, mis-handeld. Vooral de doelgroep die gecatalogiseerd wordt in de groep ‘ernstig mentale handicap’ (al zijn ze het vaak niet!): de ‘wiegers’, de ‘zwijgers’, de ‘automutileerders’, die niet reageren als je iets vraagt, maar dan plots uit het niets naar de wc rennen om de plastic handschoenen door te spoelen, voor de zoveelste keer, en plezier dat hij heeft, en als begeleider maar rennen, en vloeken. ‘Bloed onder de nagels’. De onderprikkelden.

En als opvoeder dan straffen, roepen, op de kamer zetten, geen koffie vanavond … helaas! Dagelijkse realiteit, die heb ik gezien en ondervonden. Zo weinig mildheid, kennis, …

Ook de vrijheidsbeperkende middelen zijn nog enorm populair in onze leefgroepen. Zeker bij deze doelgroep, waar je niks mee kunt en die toch geen verbale mogelijkheden hebben. Waar we als begeleider eens te meer verleid worden om in onze macht te gaan staan. Onze almacht. Jolanda Veenema leeft ook in Vlaanderen. Nog steeds. En uit de economische markt rond vrijheidsbeperkende middelen valt hoe langer hoe meer geld te halen door de verkopers. Hier in Oost-Brabant komen deze mensen nog al te vaak terecht in een ‘restgroep’, een soort vuilnisbak van de onmogelijken of zo … die elke voorziening wel heeft. Of in voorzieningen die in de verste verte niet bezig zijn met zelfreflectie of coaching van personeel.

Ik ben dankbaar sinds een half jaar in mijn organisatie te mogen werken. De Gentle Teaching maakt een wereld van verschil. De ondertoon is volledig anders dan in andere voorzieningen. Maar ik blijf op mijn honger zitten omtrent de restgroepen van ernstig mentaal gehandicapten met gedragsproblemen. Waar kunnen zij terecht? Waar is het goed voor hen? Ik zie weinig expertise op vlak van dyspraxie, executieve functies, … Men weet het nog altijd niet goed met deze doelgroep. Terwijl er wel vele antwoorden zijn. Alleen zijn ze nog te weinig bekend.

Ik pleit voor vroeginterventie. Ondersteuning van ouders thuis met zeer jonge kinderen. Een programma opzetten zoals wij gedaan hebben, kan iedereen. Geloof in ouders! Leer hen mentaliseren!

Er gaan hoe langer hoe minder centen naar zorg. Eens te meer belangrijk om ouders handvaten te geven en te coachen en te trainen. Het is ons EERSTE werk, onze karige middelen moeten gaan naar preventie. Want al de rest is oplapwerk.

Ik pleit voor samenwerking met Binu Singh. Uitbreiding van haar werk, met speelkamers. Inzetten op jonge kinderen en met hen spelen, samen plezier maken, hun beste speelkameraadje worden, hun stress reguleren, … Dan bloeien ze open en kunnen ze leren. Je wordt op die manier een sterkere ouder voor je kind, en ook een betere begeleider in de leefgroep.

Ik weet niet of ik u ergens kan raken met deze mail, of triggeren. Ik zoek mijn weg in het landschap van de zorg. Ik zou eigenlijk graag met Binu Singh in contact komen, omdat ik denk dat daar de oplossing ligt voor een andere soort zorg. We hebben echt speelkamers nodig. Dokters die hun patiënt bekijken vanuit holistisch perspectief: hoe zit het met hun emoties, zijn ze lichamelijk in orde, hun motoriek, hun organisatievermogen, hun context, hun motivaties, hun taal …? En het belangrijkste: onze attitude als begeleider. Want wij zijn het belangrijkste middel. Daar begint alles!

Anneke Groot is zo een dokter die bijzondere mensen vanuit al de verschillende invalshoeken kan bekijken. Ze verspreidt langzaam maar gestaag haar methode. En ik heb ondervonden hoe heilzaam ze is, zowel voor kind, als voor begeleider, als voor ouder.

Ik weet zelf niet goed wat ik vraag van jullie.
Dus mijn mail blijft ‘vraagloos’.
Misschien is het wel een noodkreet.

Van harte,
Leen