Ga naar de inhoud

Dysgrafie of dysdidactiek? Een kritische blik op de grafo-motorische benadering van handschriftproblemen

In Nederland verlaat 19% van de leerlingen het reguliere basisonderwijs met een onvoldoende tot (zeer) slecht leesbaar handschrift. Volgens voorstanders van een grafo-­motorische visie op het handschrift zijn handschriftproblemen vaak het gevolg van gebreken in de schrijfmotoriek. Jaarlijks worden vanuit deze redenering naar schatting 25.000 tot 30.000 leerlingen behandeld door een kinderfysiotherapeut. Voorstanders van een grafo-­cognitieve visie zien handschriftproblemen als het gevolg van een gebrek aan kennis over grafische lettervormgeving en materiaalhantering. Er zijn in Nederland slechts enkele remedial teachers die vanuit deze door de Stichting Schriftontwikkeling ontwikkelde visie werken. In de voorliggende studie is het Evidence statement (ES) van de Nederlandse beroepsvereniging van fysiotherapeuten, bedoeld om een wetenschappelijke onderbouwing te geven voor de huidige grafo-­motorische praktijk, getoetst aan de grafo-­cognitieve uitgangspunten. Allereerst komt uit deze analyse naar voren dat in het ES de cognitieve dimensie van het handschrift over het hoofd wordt gezien. Daarnaast is volgens het ES diagnose van de motorische schrijfstoornis dysgrafie mogelijk zonder kritisch onderzoek naar de kwaliteit van het genoten handschriftonderwijs. Opvallendst is de aanbeveling in het ES om motorische handschriftproblemen te behandelen met taakspecifieke (zelf)instructie en oefening, omdat probleem en oplossing hierbij niet op elkaar aansluiten. In de discussie van deze studie wordt uiteengezet waarom het problematisch is dat het ES, net als de meeste handschriftmethodes, een procesgerichte benadering van het handschrift hanteert. Door leerlingen uitsluitend lettertrajecten of ‘schrijfbewegingen’ na te laten bootsen, blijft de interne logica van de lettervormgeving voor hen verborgen. De Stichting Schriftontwikkeling hanteert een productgerichte aanpak waarbij de leerling – naast procesaspecten – ook expliciete instructie krijgt op lettervormgevingscriteria, gefaciliteerd door een hiertoe ontworpen letterfont. In de praktijk blijkt op kleine schaal dat met deze benadering alle leerlingen een goed vormgegeven handschrift is aan te leren, ook als deze leerlingen eerder waren gediagnosticeerd met dysgrafie.

Kernwoorden: handschrift, handschriftdidactiek, handschriftproblemen, schrijven, dysgrafie, fijne motoriek, fysiotherapie, KNGF Evidence statement, expliciete directe instructie, grafo-­cognitie, grafo-­motoriek, lettervormgeving, basisonderwijs

OVER DE AUTEUR

Freek Turlings, BSc., behoort tot de eerste lichting afstudeerders van de nieuwe leerkrachtenopleiding Pedagogische Wetenschappen van Primair Onderwijs aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Naast deze studie specialiseerde hij zich in handschriftdidactiek bij de Stichting Schriftontwikkeling. Dit artikel is een bewerking van de bachelorscriptie die hij schreef onder begeleiding van prof. dr. A.M.T. Bosman. ­E-mail: freek.turlings@ru.nl.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us