Ga naar de inhoud

Afbouw van psychofarmaca bij mensen met een verstandelijke beperking: Belemmerende en stimulerende factoren voor begeleiders

Vanwege gedragsproblemen krijgen mensen met een verstandelijke beperking geregeld langdurig en meervoudig psychofarmaca voorgeschreven (De Kuijper, 2014). De effectiviteit van het onderdrukken van gedragsproblemen bij mensen met een verstandelijke beperking door psychofarmaca is niet eenduidig aangetoond in wetenschappelijk onderzoek (Tyrer et al., 2008). Voor mensen met een matig tot ernstig verstandelijke beperking is het moeilijk om gevoelens duidelijk te verwoorden (Kapitein & Wieland, 2014). Hulpverleners zijn daardoor vaak genoodzaakt om gevoelens van geluk of pijn te interpreteren uit (basale) gedragingen, wat het proces van afbouwen vaak lastig maakt. Doel: Ervaringen en verwachtingen van begeleiders tijdens het afbouwen van psychofarmaca in kaart brengen zodat zij beter ondersteund kunnen worden. Methode: Gegevens werden verzameld door middel van semigestructureerde interviews en geanalyseerd met een ‘general inductive approach’. Resultaten: Begeleiders maken zich zorgen over de gevolgen van afbouw voor de cliënt, de omgeving en zichzelf. Eerdere ervaringen met onsuccesvol afbouwen, de ernst van beperkingen in cognitief en communicatief niveau van de cliënt, de fysieke kenmerken van de cliënt en de mate van onvoorspelbaarheid van gedrag bepalen de verwachtingen van de begeleiders tijdens het afbouwen van psychofarmaca. Conclusie: Begeleiders zijn bereid om kritisch naar psychofarmacagebruik te kijken, maar lijken weinig gemotiveerd om daadwerkelijk af te bouwen. Enerzijds maken zij de afweging of afbouw van psychofarmaca in het belang van de cliënt is. Anderzijds dragen begeleiders verantwoordelijkheid voor de veiligheid van andere cliënten en van zichzelf en maken ze een inschatting van het risico op probleemgedrag van de cliënt als gevolg van afbouw van medicatie. Dat probleemgedrag kan een probleem vormen voor de veiligheid. Verwachtingen van de begeleiders van een toename van probleemgedrag kunnen ertoe leiden dat begeleiders meer probleemgedrag signaleren en/of dat zij ‘normaal’ probleemgedrag van de cliënt ten onrechte aan de afbouw van de medicatie wijten, met als gevolg dat hun motivatie om psychofarmaca af te bouwen afneemt. Om de afbouw van psychofarmaca te faciliteren zijn collegiale samenwerking, voldoende tijd, adequate scholing en geschikte huisvesting van belang evenals het opdoen van positieve ervaringen met de afbouw van psychofarmaca.

Kernwoorden: afbouwen psychofarmaca, verwachtingen hulpverleners, verstandelijke beperking

OVER DE AUTEURS

Drs. Emma Pluimers is orthopedagoog bij Pluryn, Nijmegen. E-mail: epluimers@outlook.com.

Dr. Els Rommes is Universitair Docent bij Gender & Diversity Studies, Radboud Universiteit, Nijmegen. E-mail: e.rommes@ru.nl.

Dr. Nicole van As is docent bij het onderwijsinstituut Pedagogische Wetenschappen en Onderwijswetenschappen, Radboud Universiteit, Nijmegen. E-mail: n.vanas@pwo.ru.nl.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us