Ga naar de inhoud

School-Wide Positive Behavior Support (SWPBS) op de Ambelt

1. Inleiding

“Wij hebben weer een gelukkig en happy kind! Elke week verbazen wij ons er weer over wat voor een geweldige school de Ambelt is en wat een fantastisch team met juffen en meesters. (…) Het jaar is bijna weer voorbij, volgend schooljaar weer nieuwe kansen. Hopelijk weer een fijn jaar voor onze zoon, want dat gunnen we hem zo. Ik heb zo graag een keer willen verwoorden hoe blij en trots wij zijn dat onze zoon deel uit mag maken van de Ambeltfamilie! Dank je wel voor alles!”

Op het terrein van de Ambelt, een school voor speciaal onderwijs in Zwolle wappert een kleurige vlag die meteen de aandacht trekt. Het is de ‘PBS-­vlag’ ontworpen door kinderen met daarop de waarden van de school: ‘veiligheid, vertrouwen, plezier en respect’. Het zijn ‘werkwoorden’ waar dagelijks mee wordt geoefend. Samen zorgen leerlingen en leerkrachten voor een fijne school voor iedereen. Hoe helpt de aanpak SWPBS daarbij? En wat betekent dat concreet voor leerlingen, leraren en ouders? Welke resultaten levert dat op? Aan de hand van uitspraken van direct betrokkenen en beschikbare gegevens wordt toegelicht wat PBS op de Ambelt-­praktijk concreet inhoudt én wat helpend is in het bouwen en onderhouden van die waarde(n)volle school voor en door iedereen.

2. SWPBS op de Ambelt

De Ambelt is een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs waar betrokken professionals samenwerken binnen de maatschappelijke opdracht om onderwijs te bieden aan leerlingen met psychiatrische problemen en gedragsproblemen door maatwerk te leveren in hun ondersteuning (www.ambelt.nl). Zo wordt er samen met de leerlingen gewerkt aan hun toekomst.

De afdeling speciaal onderwijs van de Ambelt aan de Oosterenk startte in 2012 als één van de eerste scholen in Zwolle met de implementatie van SWPBS. Vandaag de dag wordt zowel op het speciaal als op het voortgezet speciaal onderwijs het gedachtegoed benut voor het realiseren van een positief schoolklimaat: “Op de Ambelt staat het gedachtegoed van Positive Behavior Support (PBS) centraal. PBS is gericht op het creëren van een omgeving die het leren bevordert en gedragsproblemen voorkomt. Het gedachtegoed van PBS geeft woorden aan de wijze waarop we gedrag reguleren, het is een overkoepelende visie op het sturen van gedrag. Dit begint bij het gezamenlijk formuleren van de waarden die de school belangrijk vindt. We benoemen het gedrag dat past bij deze waarden en leren dit onze leerlingen aan.”

3. Aanleiding en fasering

In 2012 start de toenmalige directeur met het schoolontwikkelingsproces. Hij gaf een waaier over PBS aan een aantal collega’s. “Ik denk dat dit helpend zou kunnen zijn voor onze leerlingen.” De dialoog wordt opgestart met een groep medewerkers. Teambreed wordt er gekozen voor een scholingstraject PBS. De motivatie om te kiezen voor PBS komt voort uit de wil om negatieve feedback om te keren naar positieve feedback. Het team wil structuur en duidelijkheid bieden aan de leerlingen vanuit een eenduidige gedragsbenadering. Door de afname van gedragsincidenten komt er meer tijd vrij voor onderwijs. Dat is de ‘stip aan de horizon’ in 2012. Tijdens het scholingstraject worden de gemeenschappelijke waarden, verwachtingen en lessen ontworpen. ‘Al doende’ worden praktische antwoorden gevonden voor ‘moeilijke onderwijssituaties’2. Een overkoepelende visie op het ondersteunen van gedrag is gevonden.

In 2015 komt het tot een fusie tussen de twee basisschoollocaties van de Ambelt in Zwolle. Deze samenvoeging is een ontmoeting tussen twee verschillende culturen. Het ene team is vooral gespecialiseerd in het werken met leerlingen met externaliserende problematiek, het andere team in meer internaliserende gedragsproblematiek. En weer komt de vraag naar voren: ‘Wat bindt ons en wat maakt ons speciaal?’ De doorstart van PBS wordt het middel om het team te verbinden. Er wordt gezamenlijk een gemeenschappelijke visie geformuleerd gericht op het begrijpen van gedrag van de leerlingen en het sturen hiervan op basis van gedeelde waarden.

4. Verbinding

Bij een bezoek aan de school zie je de vrolijke vlag, de frisbee die een nieuwe leerling krijgt, de muntjes die worden uitgewisseld. Dit alles maakt zichtbaar hoe de waarden dagelijkse ‘werkwoorden’ zijn geworden. Wat betekenen deze vier waarden concreet?

De kinderen van de basisschoolafdeling geven uitleg: “Respect is dat je goed luistert naar elkaar. Veiligheid is dat je niet andere mensen gaat meppen. Vertrouwen is dat je erop kunt vertrouwen dat iemand je gewoon helpt en plezier is dat je het gewoon leuk hebt!” Deze uitspraak werd in 2018 gedaan door een leerling tijdens een interview bij de afname van de Tiered Fidelty Inventory (TFI, een vragenlijst waarmee wordt vastgesteld of de school SWPBS op een valide, betrouwbare en efficiënte manier heeft geïmplementeerd). In het dagelijkse omgaan met elkaar wordt systematisch aandacht besteed aan wat er al lukt.

Medewerkers lopen met muntjes op zak en geven constructieve feedback aan de leerlingen én aan elkaar. Het werkt aanstekelijk: ook leerlingen doen mee. Soms krijgen ze een complimenten briefje en muntje mee met de opdracht om hun ouders van feedback te voorzien. Ook ouders worden hierin betrokken met de vraag een compliment op te schrijven voor hun kind, dat vervolgens aan de kinderen op school wordt uitgedeeld. Ieder kind krijgt een kerstkaart thuisgestuurd voor de vakantie. En zo zijn er nog legio andere voorbeelden te noemen.

Ook de leraar wordt in de gaten gehouden zoals blijkt uit het volgende voorbeeld:

“Eén van mijn leerlingen vroeg mij of hij ook een muntje aan mij mocht geven, met de bedoeling dat de muntjes dan een beetje sneller verdiend zouden worden. Ik zei dat dat wel mocht, maar dan wilde ik wel graag weten welke3 en waarom ik hem zou krijgen. Hij gaf aan één muntje voor plezier: ‘Juf, jij zorgt voor plezier in de klas.’ Dat was erg fijn om te horen. Een andere leerling zei: ‘Maar juf, je verdient eigenlijk ook één voor veiligheid, omdat ik me veilig voel hier in de klas, jij zorgt daar voor.’ Weer een andere leerling gaf aan dat ik ook een munt verdiende voor vertrouwen. ‘Je kan ons vertrouwen als je even uit de klas loopt.’ En ook: ‘Ik kan je vertrouwen dat je me helpt.’ En voor respect kreeg ik er ook één met als uitleg: ‘Je zorgt dat andere kinderen respectvol met onze klas omgaan. Bij conflicten praat jij het altijd met iedereen uit.’”

Leraren geven de volgende toelichting: “Je wordt ‘gedwongen’ te kijken naar het positieve en gestimuleerd om complimenten te geven. Door op het positieve te letten, helpt dit jezelf om dit meer te ervaren. Het verbindt de groep, ze kiezen samen de beloning en werken hier ook samen naar toe. Kinderen die bij ons op school zitten, hebben veel negativiteit meegemaakt. De positieve aandacht laat ze groeien. Dit zie je gebeuren in de praktijk.” “Kinderen leren adequaat gedrag gemakkelijker aan als je veel oefent, herhaalt en inzet waardeert. De waarde Plezier geeft een mooie positieve draai aan de gedragsverwachtingen en het leerproces hierin.” Wanneer leerkrachten wordt gevraagd naar wat er beter kan, antwoorden ze unaniem: “Meer muntjes en complimenten uitdelen, want dat werkt!” De huidige locatie-­directeur legt uit: “We beschikken vanuit onze historie over verschillende expertises gericht op gedrag van onze leerlingen, maar PBS geeft ons een overkoepelende visie op het sturen van gedrag. PBS verbindt. Niet alleen voor onze leerlingen maar ook voor onze medewerkers.”

5. SWPBS en leerresultaten

In 2012 was één van de ambities om door de inzet van SWPBS het aantal gedragsincidenten te laten afnemen. Hierdoor komt er meer tijd beschikbaar voor het leren. Lukt dat in de praktijk? Op SO de Ambelt is er geen onderzoek naar gedaan, bovendien is een dergelijk effect moeilijk te ‘bewijzen’. Op SO de Ambelt wordt naast SWPBS ook gericht geïnvesteerd in het leren. Wat maakt het verschil? Een analyse van de resultaten op het gebied van leren én gedrag op individueel, groeps- en schoolniveau zou tot interessante inzichten kunnen leiden die benut kunnen worden voor het verstevigen van de praktijk.

Op individueel kindniveau werd het effect van SWPBS op het leergedrag wel zichtbaar. In het kader van een nascholingstraject SWPBS ontwierp een leraar een interventie voor een individuele leerling die niet wilde rekenen. Zodra er rekenwerk op tafel werd gelegd, werd dit verscheurd. De leerkracht paste het werk aan het niveau van de leerling aan, legde dagelijks uit wat de bedoeling was en was beschikbaar voor hulp. De leerkracht beschrijft: “Door steeds te laten horen dat ik er ben en te vragen of het lukt, laat ik de leerling weten dat ik dichtbij ben (bij zijn tafel komen kijken vindt hij erg lastig). Bij de individuele uitleg geef ik aan wat mogelijke de moeilijke opdrachten zijn. Steeds weer meld ik dat bij de instructietafel hulp wordt geboden. Ik geef complimenten en zeker in het begin ook een muntje wanneer hij op een rustige manier kan aangeven dat hij iets lastig vindt. Ook geef ik complimenten (en een muntje) wanneer hij hulp aanvaardt (in het begin was dit niet bij de instructietafel, maar op zijn eigen plek).” Binnen vier weken was er gedragsverandering zichtbaar. Het werk werd niet meer verscheurd, en de leraar schreef: “Deze leerling kijkt bij binnenkomst al welke rekenopdracht hij die dag krijgt. Soms leg ik dan al zaken uit. Ook vraagt hij regelmatig om hulp of komt hij bij de instructietafel zitten.” SWPBS-­principes blijken helpend te zijn in het aanleren van gedrag, werkhouding en taakaanpak en zelfs bij het durven beginnen aan een taak waar je wellicht geen zin in hebt. Verondersteld mag worden dat dit bijdraagt aan positieve leerresultaten.

6. Verbinding organiseren

Samenwerken gaat niet ‘vanzelf’ en vraagt naast een visie en een ‘stip aan de horizon’ om een goede organisatie. Op de locatie is een PBS-­coördinator, die daarin gefaciliteerd wordt. Zij is de drijvende kracht achter PBS op de school. De PBS-­coördinator geeft sturing aan het PBS-­team, waarin vanuit alle lagen van het team mensen zitting hebben. Dit PBS-­team zorgt dat PBS teambreed wordt uitgevoerd. Dit betekent onder andere dat er doelen worden geformuleerd, data wordt verzameld en de voortgang wordt geëvalueerd. Ouders maken onderdeel uit van het PBS-­team. Terugkerende vraag is: doen we het goede? Naast alle positiviteit hoort ook het elkaar kritisch bevragen en evalueren van incidenten tot de routines. Ook op de Ambelt gaat het soms mis. De gemeenschappelijke taal helpt in ‘moeilijke onderwijssituaties’ om samen na te denken over wat er nodig is en hoe het wél kan.

Er is een leerlingenraad waarin zes kinderen vanuit de groepen 7 en 8 zitting hebben. In deze leerlingenraad hebben de leerlingen inspraak in de activiteiten in de pauze en bespreken ze wat successen en aandachtspunten zijn. Door de hele school zijn ideeënbussen gezet waar alle leerlingen hun input kunnen geven voor activiteiten die tijdens de PBS-­middag in het licht van de waarde ‘plezier’ worden gedaan.

In alle groepen wordt de preventieve aanpak vertaald naar het ontwikkelingsniveau en de behoeften van de groep. De waarden en verwachtingen hangen zichtbaar in iedere klas, gedrag wordt besproken, aangeleerd en ge­oefend. Positieve feedback wordt ondersteund door het geven van muntjes in een kleur die gekoppeld is aan één van de waarden. Krijg je zo’n muntje, dan leg je uit aan de leraar hoe dit past bij de waarde. De munt gaat in de klassenbuis en als de buis vol is dan volgt er een door de leerlingen gekozen groepsactiviteit. Leren gaat met vallen en opstaan. Soms is het nodig om rustig te worden of even na te denken op de ‘nadenkplek’. Gedrag wat haaks staat op de waarden wordt gecorrigeerd. Leerlingen voeren een herstelopdracht uit en oefenen daarmee extra met sociaal vaardig gedrag. Sommige leerlingen hebben tijdelijk extra oefening nodig en/of een intensief begeleidingstraject ‘op maat’. Het raamwerk biedt daarmee een gelaagd continuüm van ondersteuning dat ‘op maat’ wordt gemaakt voor de specifieke doelgroep.

7. Resultaten

Het implementeren van SWPBS is geen sprint maar een marathon en vraagt om een gedegen ‘bouwproces’ van drie tot vijf jaar. Jaarlijks wordt de mate van implementatie gemeten met een instrument, de TFI genaamd. De TFI is oorspronkelijk ontwikkeld in de VS en getoetst in de Nederlandse onderwijs context (Nelen et al., 2020). Door de TFI jaarlijks af te nemen monitort de school welke kenmerkende elementen en standaardprocedures van PBS in de school zichtbaar zijn. Op de Ambelt is SWPBS op de drie ondersteuningsniveaus voldoende betrouwbaar geïmplementeerd en daarmee mag verwacht worden dat dit tot positieve resultaten leidt.

De stip aan de horizon die in 2012 werd geformuleerd, te weten een positieve insteek en eenduidigheid in de aanpak, wordt dagelijks gerealiseerd en is direct waarneembaar. Het is bijzonder dat dit lukt en blijft lukken ondanks/dankzij een grootse reorganisatie (Ambelt kiest koers)4, een fusie, in- en uitstroom van nieuwe medewerkers en wisseling van directeuren. De vermoedelijke succesfactoren zijn de doelmatige opstart, een vaste kern van gedreven professionals en de facilitering. Het mag wat kosten, tijd en middelen worden vrijgemaakt. Cruciaal is de grondhouding ‘we doen wat we afspreken’. Deze gezamenlijke aanpak levert resultaat op en werkt aanstekelijk. Dit, in combinatie met een gepassioneerde directeur die dagelijks voorbeeld is én een gedreven coördinator die structuur aanbrengt, maakt dat de aanpak staat als een huis. Inmiddels wordt de aanpak op alle locaties op ‘eigen wijze’ toegepast.

Welke resultaten zijn er in (bijna) tien jaar bereikt? PBS is immers niet meer en niet minder dan een middel. Het doel én de pedagogische ‘kleuring’ wordt gekozen én gecreëerd door de school zelf. Het evalueren van de resultaten is nog geen ‘gewoonte’ op de Ambelt, al worden die resultaten indirect wel gevierd tijdens de ‘pleziermiddag’. Uit de veiligheidsmonitor die jaarlijks wordt afgenomen komt naar voren dat leerlingen de school als veilig ervaren. Tegelijkertijd blijft het belangrijk om stil te blijven staan bij wat er lukt, hoe dat lukt en een analyse te (leren maken van) succes met als doel: meer van doen! Het registreren van incidenten en het analyseren van deze gegevens in het licht van het PBS- gedachtegoed is hierin een helpende stap.

Noten

  1. Marieke Jonker-­Buiting is orthopedagoog aan de Ambelt Zwolle. E-­mail: m.jonker-­buiting@ambelt.nl. Joke Kamstra is senior lecturer en werkzaam bij het Expertisecentrum PBS Hogeschool Windesheim in Zwolle. E-­mail: j.kamstra@windesheim.nl.
  2. Een moeilijke onderwijssituatie is een situatie waarin een leerling ander gedrag laat zien dan de leraar verwacht. Zie Wichers-Bots, J. & Das, T. (2015). (Passend) Onderwijs: Een ander perspectief: Moeilijke Onderwijs Situaties. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 54, 441-452.
  3. Elke waarde heeft een munt in een specifieke kleur.
  4. Ambelt_Samenvatting_Bestuursverslag_2015.pdf