Ga naar de inhoud

Van brokkelbrein naar focus

Gerjanne Dirksen, Theo Compernolle & Gertie Verreck

Uitgeverij Synaps
ISBN 9789082286212
224 blz

Dit boek is een praktijkgids voor docenten van adolescenten in de leeftijd van 10 tot 20 jaar waarin inzichten worden gegeven over hoe sociale media het functioneren van het brein verstoren. Er worden tevens tips aangereikt om de balans in het brein te helpen herstellen. In het boek wordt toegelicht dat overmatig gebruik van sociale media vaak de noodzakelijke focus, aandacht en ontspannende pauzes tijdens onderwijs en schoolopdrachten verstoort, wat leidt tot het ontstaan van een inefficiënt brokkelbrein. Het reflexbrein, dat zorgt voor routine, geautomatiseerde handelingen en onbewuste emotionele reacties, wordt overmatig actief door alle verstoringen en verleidingen van sociale media. Het denkbrein, dat bewust gerichte aandacht stuurt, kan niet meer focussen door de snelle taakwisselingen die socialemediagebruik teweegbrengt. En het archiverende brein, dat actief is bij ontfocussen en neurale netwerken reorganiseert zodat leren en indrukken worden bestendigd, kan z’n werk bij frequent socialemediagebruik niet optimaliseren door het voortdurend bezig zijn met de schermpjes.

In verschillende hoofdstukken wordt de werking van de drie breinnetwerken toegelicht en de manier waarop docenten in hun lessen de balans tussen deze netwerken kunnen faciliteren. In hoofdstuk 2 komt aan bod hoe een docent het denkende brein kan helpen om in focus te komen, hoofdstuk 3 licht toe hoe het reflexbrein aan banden kan worden gelegd, in hoofdstuk 4 wordt uit de doeken gedaan hoe aan het denkbrein en het archiverende brein ‘echte’ pauzes kunnen worden gegeven, in hoofdstuk 5 wordt uiteengezet hoe het adolescentenbrein kan worden begeleid en in hoofdstuk 6 worden zes breinprincipes toegelicht die als basis dienen om een breinvriendelijke les op te stellen.

Het is duidelijk merkbaar dat de auteurs van dit boek heel doordacht te werk zijn gegaan. Ze hebben de inzichten over hoe leren vanuit een breinoptiek tot stand komt en wordt geoptimaliseerd, sterk geïntegreerd in de wijze waarop ze hun kennis en informatie overbrengen. Zo is het boek bijvoorbeeld heel gestructureerd en logisch opgebouwd, doorspekt met praktijkvoorbeelden en -ervaringen die de theoretische grondslag illustreren, gebruiken de auteurs aantrekkelijke metaforen om de informatie behapbaar te maken, en worden de kernboodschappen regelmatig herhaald. Positief aan het boek is dat het wetenschappelijk onderbouwd is en tegelijkertijd een goede vertaalslag maakt naar de praktijk. Bij het boek horen ook extra hulpmiddelen en ondersteuning die via de website van het BCL-instituut te verkrijgen zijn. Het is bij het lezen van het boek soms
wel wat wennen aan de schrijfstijl van de auteurs: de verwijzingen naar elkaars werk en het persoonlijk aanhalen van elkaar is minder doorsnee in praktijkgerichte literatuur. Al bij al is het boek een goede gids om enkele basisinzichten van het breinfunctioneren en hoe hierop kan worden ingespeeld beter te begrijpen.