Ga naar de inhoud


Autisme
Wat echt werkt bij kinderen met autisme
Peter Vermeulen & Kobe Vanroy

Pelckmans, 2023


Groot waren mijn enthousiasme en nieuwsgierigheid, toen dit boek in onze brievenbus belandde. Ik las al wat werken van beide auteurs en gebruik deze regelmatig. Bijgevolg was ik uitermate benieuwd naar de unieke insteek van dit boek.

Wat echt werkt bij kinderen met autisme is een praktische gids voor ouders, leerkrachten en begeleiders. Het biedt theoretische achtergrond en een stevig kader, maar vooral strategieën voor elke dag.

Vooreerst definiëren de auteurs autisme aan de hand van een groep gedragskenmerken en staan ze stil bij de denkstijl van deze kinderen en jongeren: absoluut en precies. Een aantal misvattingen over autisme worden kort maar helder aangepast (bv. je kan niet een beetje autistisch zijn, er zijn ook kinderen met autisme die heel actief sociaal contact zoeken). Het boek is hierdoor een goede gids voor mensen die nog niet veel informatie hebben over het thema, maar biedt ook mensen met meer kennis en ervaring een fijne opfrissing en taal om bepaalde zaken uit te leggen.

Vanuit die absolute en precieze denkstijl worden tien centrale behoeften beschreven en uitgediept: (1) begrepen worden, (2) duidelijkheid, (3) voorspelbaarheid, (4) regie krijgen, (5) verbondenheid, (6) goede afspraken en regels, (7) een positief zelfbeeld, (8) een goed gevoel, (9) betekenis en (10) aanmoediging. De behoeften zijn geïnspireerd op de zelfdeterminatietheorie, waar autonomie, verbondenheid en competentie centraal staan. Aangepast aan kinderen met autisme beschrijven de auteurs de grondbehoeften begrip, duidelijkheid, voorspelbaarheid. De zeven andere behoeften steunen daarop.

Elk volgend hoofdstuk start met een definiëring van de besproken behoefte, ondersteund door een kernzin en enkele voorbeelden uit het dagelijks leven. Op die manier is het boek zelf ook erg voorspelbaar en duidelijk. Daarna volgen er telkens strategieën om de besproken behoefte te ondersteunen, opnieuw aangevuld met zeer concrete voorbeelden.

Door het boek heen worden duidelijke linken gelegd tussen de verschillende behoeften, waardoor een totaalverhaal ontstaat. Af en toe wordt opgemerkt dat kinderen met autisme in eerste instantie kinderen zijn, die soms gewoon lekker geen zin hebben om iets te doen. Heel verfrissend om zwart op wit te lezen dat niet alles vanuit de autisme-bril moet worden bekeken, maar ook de kind-bril aanwezig mag en moet zijn.

Inspirerend zijn de uitvergrote zinnen, op bepaalde plekken in de tekst of extra in de kantlijn. Deze quotes laten de inzichten nog beter ‘plakken’ in je hoofd. Heel stemmig, duidelijk, erkennend, en quasi visueel geformuleerd vond ik de zin over volwassen worden: “Je kan autisme niet ontgroeien. Autisme verbleekt niet, het krijgt hoogstens een andere kleur.”

Samengevat zet dit werk sterk in op connectie. Het roept namelijk op tot verbinding met het autistische denken – het denken dat vaak het als moeilijk geïnterpreteerde gedrag veroorzaakt in onze onzekere en onduidelijke wereld – om op die manier tot een meer veilige verbinding tussen kind en opvoedingsfiguur te komen.

Lien Vanderkerken