Ik had er nog nooit van gehoord. Er blijkt dus een discussie te zijn onder onderzoekers over de vraag of er binnen de groep hoogbegaafden een nadere specificatie moet komen voor mensen die heel erg ‘slim’ zijn. Zij hebben een IQ van minimaal drie standaarddeviaties boven het gemiddelde (IQ ≥ 145), terwijl dat van de reguliere hoogbegaafden twee standaarddeviaties boven het gemiddelde (≥ 130) ligt. Ik kom ook de term exceptioneel begaafd of geniaal tegen; dat zijn mensen met een IQ van 160 of meer. Overigens haasten onderzoekers en hulpverleners zich om te stellen dat hoogbegaafdheid niet hetzelfde is als IQ.
Belangrijker wellicht is de vraag: waarom die aandacht voor de hoogte van het IQ. Is dit een gevolg van het Flynn-effect? U weet wel het feit dat de gemiddelde score op een intelligentietest stijgt met de jaren. Als inmiddels een aanzienlijk groter deel van de mensen hoogbegaafd test (geen 2,5 maar 3 of 4% van de bevolking), dan wordt het onderscheid groter met de groep die hyperbegaafd scoort (ca. 0,2%).
Waarover ik me blijf verbazen, is dat er in onze hypergeïndividualiseerde samenleving nood is aan een onderscheid in groepen om aandacht te krijgen voor de individuele mens of leerling. Ook nu lijkt het erop dat er pas ‘echte’ actie wordt ondernomen als een leerling een erkend label heeft. Waar zagen we dit ook alweer eerder? Inderdaad bij leesproblemen; alleen met een dyslexieverklaring kan een leerling hulp krijgen. Elke leerling is uniek, maar wel pas als deze in een hokje past.