Sommige tweetalige peuters hebben moeilijkheden met spreken in hun tweede taal (T2). Dat kan zijn omdat het kind een T2 aan het leren is of vanwege een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Voor screening op TOS is het essentieel om ook de spraak in de eerste taal, de thuistaal, te kunnen beoordelen. Dit is echter een uitdaging omdat de Nederlandse professional die thuistaal meestal niet beheerst. Vanuit Kentalis is daarom Speakaboo ontwikkeld, een iPad-instrument waarmee spraak ook in de thuistaal beoordeeld kan worden. De applicatie is goed ontvangen in de praktijk, maar het ontbreken van een wetenschappelijke onderbouwing maakt het moeilijk om de prestaties van tweetalige kinderen met een TOS op het instrument te duiden.
Daarom onderzocht deze studie (1) in hoeverre de spraak in twee talen van tweetalige peuters met TOS, zoals gemeten door Speakaboo, verschilde van die van eentalige peuters met TOS en een- en tweetalige peuters met typische ontwikkeling; en (2) in hoeverre spraak in het Nederlands als T2 gerelateerd was aan spraak, verstaanbaarheid en receptieve woordenschat in de thuistaal. We namen Speakaboo in Pools, Turks en Nederlands af bij 204 een- en tweetalige peuters (2;8–5;6) met en zonder (vermoeden van) TOS. Ook verzamelden we gegevens over verstaanbaarheid en woordenschat. Uit de resultaten bleek ten eerste dat kinderen met TOS zwakkere spraakproductiescores haalden in beide talen dan kinderen zonder TOS. Tweetalige kinderen met en zonder TOS hadden over het algemeen sterkere fonologische vaardigheden in hun thuistaal, dan in het Nederlands. Ten tweede bleek dat tweetalige kinderen die een betere spraakproductie en woordenschat in hun thuistaal hadden, vaak ook betere spraakproductie in het Nederlands hadden. We concluderen dat Speakaboo zowel in wetenschappelijk als in klinisch opzicht een waardevol instrument is voor het in kaart brengen van spraakvaardigheden bij tweetalige peuters met een vermoeden van TOS.
Kernwoorden: tweetaligheid, taalontwikkelingsstoornis, spraak, screening
Over de auteurs
Lisa Verbeek is promovenda bij het Behavioural Science Institute (BSI) van de Radboud Universiteit (RU) Nijmegen en onderzoeker bij de Koninklijke Kentalis.
E-mail: lisa.verbeek@ru.nl.
Prof. dr. Constance Vissers werkt als klinisch neuropsycholoog en bijzonder hoogleraar Taalontwikkelingsstoornissen bij Kentalis en het BSI van de RU.
E-mail: c.vissers@kentalis.nl.
Drs. Mirjam Blumenthal is logopedist, psycholoog en senior onderzoeker bij Kentalis.
E-mail: m.blumenthal@kentalis.nl.
Dr. Tijs Kleemans is universitair hoofddocent bij de opleiding Pedagogische Wetenschappen en Onderwijswetenschappen en het BSI van de RU, is hoofdopleider van de postmasteropleiding tot Orthopedagoog-Generalist en hoofddocent bij de opleiding Schoolpsycholoog.
E-mail: tijs.kleemans@ru.nl.
Prof. dr. Eliane Segers is hoogleraar in Leren en Technologie bij het BSI van de RU en wetenschappelijk directeur van het Expertisecentrum Nederlands.
E-mail: eliane.segers@ru.nl.
Prof. dr. Ludo Verhoeven is emeritus hoogleraar Variatie in Communicatie, Taal en Geletterdheid aan de RU en buitengewoon hoogleraar Onderwijsinnovatie en Onderwijsbeleid aan de Universiteit van Curaçao.
E-mail: ludo.verhoeven@ru.nl.
Praktijklessen
- De evaluatie van taalproblemen van meertalige kinderen vereist een andere aanpak van de onderzoeker/clinicus.
- Speakaboo is een instrument dat een goed inzicht geeft in de spraakontwikkeling van meertalige kinderen in verschillende talen.
- Tweetalige kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) hebben taalproblemen in zowel hun thuistaal als het Nederlands.
- Hoe beter tweetalige kinderen met en zonder TOS spreken in hun thuistaal, hoe beter ook hun spraak in het Nederlands zal zijn.