Het onderwijs aan kinderen met specifieke onderwijsbehoeften in Vlaanderen was de afgelopen jaren bron van heel wat discussie, gepaard gaande met opeenvolgende beleidsmaatregelen. Maar heeft dit tot een verbetering van de kwaliteit van het onderwijsaanbod geleid? Ik vrees dat normaalbegaafde kinderen met ernstige en hardnekkige leerproblemen er in ons Vlaamse onderwijs op achteruitgegaan zijn.
In aansluiting op het inclusie-denken dat in het Vlaamse onderwijs zijn ingang vond vanaf de jaren negentig, werd met het M-decreet (2015) het specifieke onderwijsaanbod aangepast aan de opvoedings- en onderwijsbehoeften van kinderen met ernstige leerstoornissen (BuO type 8) afgeschaft en voor die kinderen voor wie het gemeenschappelijk curriculum met redelijke aanpassingen niet haalbaar is, geïntegreerd in het zogenaamde BuO type basisaanbod, dat zich ook richt op kinderen met licht verstandelijke beperkingen (het voormalig type 1). Normaalbegaafde kinderen met dyslexie of dyscalculie kunnen voortaan geen beroep meer doen op het buitengewoon onderwijs en horen thuis in het gewoon onderwijs, waar ze via ‘brede basiszorg’ en ‘verhoogde zorg’ de eindtermen moeten kunnen halen.
Dit doel blijft voor vele kinderen echter een verre droom. Het gewoon onderwijs beschikt niet over de noodzakelijke expertise om deze kinderen op een kwaliteitsvolle manier de eindmeet te laten halen. Voor meer dan 25% van de kinderen in de lagere school doen gezinnen een beroep op (vaak betalende) buitenschoolse hulp voor problemen met lezen, spellen en/of rekenen (Verschueren et al., 2016). Scholen geven zelf aan met de handen in het haar te zitten als het gaat over verhoogde zorg voor deze doelgroep en verwijzen ouders vrij vaak zelf door naar het buitenschoolse hulpverleningscircuit, waar de wachttijden intussen maandenlang zijn. Vanaf september 2023 voert minister Weyts het leersteunmodel in, een nieuw model voor ondersteuning van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon onderwijs met expertise uit het BuO. Maar de verschuivingen in de populatie van het BuO type basisaanbod hebben ook in het BuO een verlies aan expertise rond de specifieke opvoedings- en onderwijsbehoeften van kinderen met een leerstoornis als gevolg. Deze kinderen komen daar niet meer terecht, tenzij na een lijdensweg van falen in het gewoon onderwijs. Kinderen met dyslexie of dyscalculie dreigen hierdoor in het Vlaamse onderwijs meer en meer in de kou te komen staan.
In de conceptnota bij het ondersteuningsdecreet kondigde de minister competentieversterkende initiatieven aan om via een betere brede basiszorg en verhoogde zorg de onderwijskwaliteit te verhogen en maatschappelijke inclusie voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften beter te garanderen. Maar verder dan de aankondiging dat de Vlaamse regering de uitbouw van de brede basiszorg en verhoogde zorg verder zal bepalen, komen we voorlopig niet. Het roept bij ons de vraag op: hoelang blijft het nog wachten op adequate leersteun voor kinderen met leerstoornissen? Kinderen maken maar één keer hun schoolse ontwikkeling door, en dat is nu. Wachten is dus eigenlijk geen optie.