De sectorraad GO (gespecialiseerd onderwijs) heeft een instrument ontwikkeld om scholen te helpen alle leerlingen in het speciaal onderwijs zo goed mogelijk onderwijs te bieden. Wie wil dat niet? De vraag is of het zogenaamde doelgroepenmodel* die belofte kan waarmaken. Het model is een matrix met in de rijen een aantal criteria: IQ, ontwikkelingsniveau, didactisch niveau, leerstandaard en ondersteuningsbehoefte. De kolommen geven het niveau aan waarop de leerling functioneert. Door bij elk criterium het betreffende hokje aan te kruisen ontstaat op magische wijze het verwachte uitstroomprofiel. Ofwel: waar gaan de leerlingen naartoe na het verplichte onderwijs? Dit varieert van dagbesteding tot vervolgonderwijs.
Ik heb vier fundamentele bezwaren tegen deze werkwijze.
1) We weten nooit hoe een leerling zich zal ontwikkelen en daarom is het uitspreken van een verwacht uitstroomprofiel, zeker als dat op jonge leeftijd gebeurt, heel gevaarlijk. Lage verwachtingen remmen immers de ontwikkeling.
2) Het sociaalemotionele ontwikkelingsniveau (SEO) is bepalend voor het verwachte uitstroomprofiel. Dit toont het voorbeeld van een jongen met een meer dan gemiddeld didactisch niveau. Hij wordt vanwege zijn SEO-score ingeschaald op een mbo-uitstroomprofiel.
3) In tegenstelling tot wat de sectorraad in zijn promotievideo propageert, wordt er wel degelijk nadruk gelegd op beperkingen en niet op mogelijkheden.
4) De voorspellende waarde van psychologische testen voor het individu, zoals IQ en SEO, zijn zeer beperkt.
Ten slotte is het wrang te horen dat de sectorraad in zijn promotievideo vindt dat de populatie in het speciaal onderwijs dermate divers is dat ze niet in hokjes te plaatsen zijn. Het doelgroepenmodel is een matrix en dat zijn per definitie HOKJES. I rest my case!
* https://gespecialiseerdonderwijs.nl/expertgroep/landelijk-doelgroepenmodel/