- Kroaat – Nederlander – wereldburger
- Groot Mens
- Filantroop
- Grote kenner en genieter van muziek en andere kunst
- Met onuitspreekbare naam
- Echtgenoot
- Vader-grootvader
- Huisarts
- Psychiater en kinderpsychiater
- Hoofd observatiecentrum de Hondsberg in Oisterwijk
- Hoofd kinderpsychiatrisch ziekenhuis het Hoekske in Venlo
- Consulterend psychiater in tal van voorzieningen en organisaties
- CCE-consulent
- Directeur behandeling van het Centrum voor behandeling van psychische en gedragsstoornissen bij mensen met een verstandelijke beperking Nieuw Spraeland – De Wendel – Dichterbij – Stevig te Oostrum
- Gepassioneerd wetenschapper
- PhD behaald met als proefschrift ‘Psychische stoornissen bij zwakzinnige kinderen’
- Bijzonder hoogleraar ‘Psychiatrische aspecten van verstandelijke beperking’ (Radboud Universiteit Nijmegen)
- Gasthoogleraar aan de Universiteit Zagreb (Kroatië), Universiteit Tor Vergata Rome (Italië) en Universiteit van Gent (België)
- Auteur van meer dan 200 wetenschappelijke artikelen en hoofdstukken, van meer dan 20 boeken
- Spreker op talloze (internationale) congressen, symposia, masterclasses, lezingen, trainingen, scholingen, lessen
- Ontwikkelaar van diverse schalen voor emotionele ontwikkeling, inmiddels toegepast bij meerdere doelgroepen
- Voorzitter van de Section for Mental Retardation (World Psychiatric Association, WPA)
- Stichter, voorzitter en erevoorzitter van de European Association for Mental Health in Intellectual Disability (1992-2023)
- Medestichter van NEED, Network for Europeans on Emotional Development
- Medeoprichter en voorzitter van de Sectie Psychiatrie en Zwakzinnigenzorg bij de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie Peter, inspirator en vurig supporter van de Vlaamse beweging SEN-SEO
- Inspirator voor de ‘Anton Došen Scriptieprijs’ (NL-VL) voor de beste universitaire masterscriptie op het gebied van psychische en gedragsproblematiek bij mensen met een VB
- Inspirator voor de Vlaams-Nederlandse prijs Prof. Dr. Anton Došen (Vormingsorganisatie WIV, P.C. Dr. Guislain en HoGent) voor ‘innovatieve’ good practices die bruggen leggen tussen verschillende sectoren
- Ridder in de Orde van Oranje-Nassau
Vele titels en functies, het verhaal hierachter is echter zeker zo verdienstelijk. Hij zal bijblijven als psychiater, als wetenschapper, als teamspeler en zeker ook als mens.
Reeds in de jaren tachtig verspreidde Anton het inzicht dat niet alle lastige of storende gedragingen van personen met een verstandelijke beperking, het gevolg waren van die verstandelijke handicap. Anton leerde het veld dat ook mensen met een verstandelijke beperking een rijk intrapsychisch leven hebben, net als iedere andere burger, met dezelfde universele behoeften. Een pleidooi dus voor de binnenkant van deze mensen, naast enkel het gedrag en de buitenkant. Met een boutade wordt weleens gezegd dat het door Anton Došen is dat ook personen met een verstandelijke beperking ‘kunnen’ lijden aan een depressie.
Dit kwam het duidelijkst naar voren met zijn model van emotionele ontwikkeling, waarbij hij pleit voor het aanpassen van de omgeving aan de basale emotionele behoeften van personen met een beperking. Anton kwam tientallen cursussen geven en maakte de Vlaamse en Nederlandse hulpverlener gevoeliger voor het ‘aankunnen’, naast het ‘kunnen’. Tot op vandaag wordt dit model toegepast in zowat iedere voorziening uit de gehandicaptenzorg, het buitengewoon onderwijs en ook de GGZ en de Jeugdhulp. Wellicht heeft Emotionele Ontwikkeling het IQ als enige dominante beeldvorming verdreven.
Op die manier was hij de eerste die opkwam voor preventie en voor geestelijke gezondheid. Probleemloos verbond hij geestelijke gezondheid en emotionele ontwikkeling met het inmiddels algemeen aanvaarde paradigma van kwaliteit van leven.
Anton was één van die artsen-psychiaters die nooit autoritair in een team stonden. Hij had bijzonder veel respect voor orthopedagogen, begeleiders, andere disciplines maar ook voor ouders en familie. Opmerkelijk was dat hij als psychiater steevast pleitte voor minder en niet meer medicatie.
De eerste keer dat ik zelf in contact kwam met Anton, was als jonge, pas afgestudeerde orthopedagoog in begin van de jaren negentig. Bij toeval was ik terechtgekomen in de ‘psychiatrie’ voor personen met een verstandelijke beperking. Het was een harde tijd: groepen van dertig bewoners, een vaak beheersende benadering (met straffen, afzondering), torenhoog farmacagebruik (zonder ook maar de minste diagnose), ongeschoolde ‘oppassers’… Waar was ik terechtgekomen?
Op dat moment kwam Anton al regelmatig vorming geven in Vlaanderen. Zijn vorming was fascinerend: heerlijk Kroatisch-Nederlands, indrukwekkend complexe ‘transparanten’, iets later steevast dezelfde zeeblauwe achtergrond op de PowerPoint,… maar wat een kennis, wat een overdracht, wat een oproep voor humane zorg: “Mensen met een verstandelijke beperking willen alleen maar tevreden zijn (“content” zoals we zeggen) en doen daarvoor enorm hun best.” Een beetje later kon ik deelnemen aan het eerste congres van de door Anton gestichte European Association for Mental Health in Intellectual Disability, in Amsterdam in 1995. Daar waren een aantal – alvast voor mij – ‘halfgoden’: Gary Prouty, Ken Day, William Gardner, Steve Moss, Robert Fletcher, Nick Bouras, Christopher Gillberg,… Vanuit Nederland herkende ik de namen van Ina Van Berckelaer, Gijs van Gemert, Ad Van Gennep, Willem Verhoeven, S. Tuinier, de jonge Paula Sterkenburg; vanuit Vlaanderen waren we er met hooguit ‘een auto vol’: Geert Van Hove, Herman Wouters, dr. Hugo Jorens en ondergetekende. Wat was die Došen groot (ook letterlijk). Ik durfde hem geenszins te benaderen. Hij vertelde vlot over zijn reizen naar de Verenigde Staten en zijn contacten met Frank Menolascino, John McGee, Ludwik Szymanski, Fleisher, Sovner, Reiss,… Ik hoorde het donderen in Keulen. Anton Došen deed alles, zo leek het: president van de Association, congrespresident, opening key note, closing ceremony, en tussendoor ook nog een vijftal lezingen en het ‘chairen’ van een aantal symposia. Dit was geen halfgod meer…
Ik weet eigenlijk niet zo goed meer hoe ik persoonlijk in contact ben gekomen met Anton. Toeval? In ieder geval niet omdat ik zelf had gedurfd naar hem toe te stappen. Ik herinner me wel nog dat we Anton geconsulteerd hadden in Nieuw Spraeland vanwege een compleet vastgelopen situatie in ons ziekenhuis, waarbij zelfs stereotaxie (modernere variant van de vroegere lobotomie) werd overwogen. We stuurden Anton vooraf een videoband. Hij had het over stress bij de bewoner, onveilige hechting, trauma, goed willen doen, dat straf en afwijzing de patiënt alleen maar bevestigen in zijn gevoel van in de steek te worden gelaten… Dat ‘zich emotioneel verdienstelijk maken door te zorgen voor anderen beter zal werken dan Haldol en Clopixol’ en dat allemaal bij een persoon met een ernstig verstandelijke beperking.
Bij het voorbereiden van een observatiedienst voor personen met een verstandelijke beperking in ons ziekenhuis kwamen we opnieuw in contact met Anton, omdat we hem uitnodigden voor een colloquium en andere vormingen. Met Anton op je affiche kon je altijd uitpakken. Ondergetekende was al trots om gewoon naast hem te mogen staan en een praatje te slaan.
Hij, altijd even charmant, voornaam, bereid tot samenwerking, …
En de rest is geschiedenis. In 2010 ontstond het Vlaamse netwerk SEN-SEO en werd Anton de peter van onze beweging. Hij was aanwezig op ons startcongres en herwerkte samen met een werkgroep onder leiding van Lien Claes en Anne Verduyn een nieuwe versie van de SEO, de SEO-R². Samen met een basishandboek over emotionele ontwikkelingmaakten we dit tot een box die tot op vandaag ‘de SEN-SEO Dözen’ wordt genoemd. Hij bleef SEN-SEO trouw volgen, was hiervoor tientallen keren in Vlaanderen en werkte mee aan een groot aantal brochures en publicaties. Toen we gedeelde activiteiten hadden met Nederlandse collega’s, merkte hij steeds fijntjes op dat we in Vlaanderen veel verder stonden dan in Nederland en dat onze bovenburen een voorbeeld konden nemen aan onze structuur en impact. Heerlijk was dat. Zijn vrouw Renata was er graag bij en na de symposia gingen we vaak samen lekker eten. Ze maakten er een heuse uitstap van en bezochten de volgende dag dan samen een museum in Gent.
Anton kon mensen als geen ander aansteken en motiveren. Nooit op een dwingende manier, zijn gekende strategie was ‘je zou kunnen…’. Dit bleek veel effectiever dan ‘je moet…’. Zo ging het trouwens ook met mijn doctoraat: ‘je zou kunnen…’ en plots kon ik zeven jaar…
Tussendoor had ik het genoegen om voor de prachtige CCE-reeks ‘Hollandse meesters’ Anton te mogen inleiden, als leerling van hem. Vanaf toen werden we naast collega’s eerder vrienden en deden we ook meer en meer presentaties samen.
Anton en mijn paden bleven elkaar kruisen, ook Europees. Anton bracht me in contact met dr. Tanja Sappok. ‘We zouden kunnen…’ en een beetje later was Anton samen met Tanja medestichter van NEED (Network for Europeans in Emotional Development) met inmiddels leden uit tien landen. Toen ik in 2016 op vraag van Anton boardmember werd van de European Association for Mental Health in Intellectual Disability, was Anton er erevoorzitter. Ik zag daar bedragen passeren voor het tweejaarlijks congres die me deden duizelen. Maar toen ik hem in de pauze de rode cijfers liet zien ten gevolge van het nog beperkte aantal inschrijvingen, zei hij laconiek: “Dat is altijd zo, elke twee jaar, en op het einde komt het altijd goed.”
Helaas toch te vroeg…