Nooit van gehoord? Ik ook niet. Totdat een bevriende collega me op zijn boekje wees. Ik werd gegrepen door minstens een van de analyses van deze Duits-Koreaanse filosoof. Ik zag het internet aanvankelijk als de grote gelijkmaker. Een ontwikkeling die een inclusieve maatschappij dichterbij zou brengen. Iedereen heeft er immers toegang toe. We kunnen kennismaken met iedereen over de hele wereld, waardoor we kunnen leren van en over letterlijk alle mensen. Minderheidsgroeperingen hebben meer dan ooit de kans om hun situatie onder de aandacht te brengen, met als gevolg, zo dacht ik, dat begrip voor elkaar slechts een kwestie van tijd is. Han zet daar echter een heel andere gedachte tegenover. Hij stelt dat de democratie vervangen is door de infocratie. In de infocratie zijn we gericht op het consumeren van informatie ofwel data. Maar omdat slimme algoritmes en kunstmatige intelligentie ervoor zorgen dat we vooral data consumeren die ons bevalt, lopen we juist een groot risico niet in aanraking te komen met andere overtuigingen. Ik weet dat er internetbubbels bestaan, maar dat wij er door ons eigen gedrag, ondersteund door de personaliseringalgoritmes van Google en sociale media, in alle vrijheid aan meedoen, daar was ik me niet zo van bewust. Het paradoxale is dat we onbewust worden gestuurd door deze algoritmes (boeken die Amazon specifiek aan jou aanbeveelt), maar we ervaren op het internet desondanks een enorme vrijheid, authenticiteit en creativiteit. Het zijn niet alleen jonge en kwetsbare mensen die hieraan ten prooi vallen, iedereen – jong en oud, slim en dom, man en vrouw – we zijn allemaal slachtoffer. En zoals het een ware filosoof betaamt, heeft Han geen antwoord op deze ontwikkeling. Als we zijn analyse delen, dan moeten we op zoek naar een tegenkracht.