Op 26 februari 2020 schreef ik mijn vorige Volgspot, over het belang van deïmplementatie. Dat een dag later de eerste officiële coronapatiënt in Nederland een feit zou zijn, kon ik toen nog niet weten. Nu, precies een jaar later, op 26 februari 2021, schrijf ik deze Volgspot. Lange tijd heb ik, wellicht tegen beter weten in, de hoop gehad om deze Volgspot te kunnen schrijven in een periode waarin corona niet langer een groot deel van ons leven zou beheersen. Helaas is dat niet het geval, en betrokken wetenschappers geven aan dat corona niet meer weg zal gaan. Zoals met andere virussen zullen we ermee moeten leren leven, zo stellen zij.
Als iemand een jaar geleden voorspeld zou hebben in welke situatie we nu zitten, zou ik hem/haar absoluut niet geloofd hebben, net zomin als iemand die gezegd zou hebben hoeveel kennis de wetenschap in zeer korte tijd zou kunnen vergaren over deze coronatijd. De coronacrisis bracht het beste van de wetenschap naar voren in het afgelopen jaar. In razend tempo werden vaccins ontwikkeld en veel sociaalwetenschappelijk onderzoek werd uitgevoerd binnen allerlei sectoren waarbij de gevolgen van de corona blootgelegd werden. Het is bewonderenswaardig wat we in één jaar tijd te weten zijn gekomen over corona en de gevolgen van de genomen maatregelen om corona onder controle te krijgen.
Een van de zaken die door onderzoek steeds duidelijker worden, is dat door corona de ongelijkheid in Nederland verder toeneemt. Onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau laat zien dat mensen die al kwetsbaar waren, dat door de coronacrisis nog meer zijn geworden. Zo vonden mensen met een beperking sinds de Participatiewet al minder makkelijk een baan, sinds de coronacrisis is dat voor hen alleen nog maar moeilijker geworden. Ondanks de toegenomen ongelijkheid geven veel mensen aan zorgzaamheid en onderling respect nog steeds heel belangrijk te vinden, maar dat zij dit steeds minder om zich heen zien. Die ontwikkeling is zorgelijk, want dit vergroot het risico op nog meer ongelijkheid.
Daar moest ik aan denken toen ik onlangs een reportage las in Trouw over ‘Duimdrop’. Het concept is 27 jaar geleden door de gemeente Rotterdam in het leven geroepen om pleinen waar veel onrust was veilig te maken door kinderen uit kwetsbare buurten er speelgoed te laten lenen. Tijdens de contactmomenten met de kinderen was er ruimte voor het bijbrengen van normen en waarden, waarbij veel aandacht uitging naar zorgzaamheid en onderling respect. Het initiatief krijgt geen geld meer van de gemeente omdat het ‘oubollig’ is en wordt daarom ingeruild wordt voor andere, nieuwere initiatieven. Oubollig wordt vaak gelabeld als iets dat niet meer van deze tijd is, terwijl een van de betekenissen ook ‘lachlust opwekkend’ is. In een tijd waarin iedereen behoefte heeft aan een (glim)lach en waarin zorgzaamheid en onderling respect sowieso al onder druk staan, zijn juist initiatieven als Duimdrop ontzettend belangrijk. Laten we hopen dat initiatieven waar zorgzaamheid en onderling respect voorop staan behouden blijven, juist nu, en als ze mogelijk wat oubollig zijn: laten we er dan samen met een brede opgewekte lach trots op zijn.