In Zuid-Limburg is enkele jaren geleden een groot interventieproject gestart dat tot doel heeft om leerlingen op basisscholen gezonder te laten eten en meer te laten bewegen (Kamsma & Keulen, 2021). Er zijn vooralsnog zeer kleine (maar wel significante!) effecten op het gemiddelde BMI. Wat gebeurt er op de deelnemende scholen? Er wordt tussen de middag een gezonde maaltijd aangeboden en er wordt meer aandacht besteed aan bewegen. De scholen die aan het project meedoen, staan met name in wijken met een relatief lage sociaaleconomische status. De kinderen op deze scholen leven gemiddeld genomen ongezonder en er komt relatief veel overgewicht voor. Wat mij al jaren verbaast, is de gewoonte van basisscholen om tussen acht en twaalf uur een eet-drinkmomentje te plannen; zo rond half elf. Waarom geven we kinderen de gelegenheid om te wennen aan tussendoortjes? Als je voor school hebt ontbeten, dan kun je toch tot twaalf uur of half één wachten om te lunchen? Waarom moet er snoep of een andere snack getrakteerd worden bij elke verjaardag? Met een paar honderd kinderen in de school zijn er elke dag meerdere kinderen jarig. Weer een eetmoment. Mijn oplossing is: de school zorgt voor een lichte gezonde lunch, waar kinderen in aanraking komen met bekend eten, maar ook met eten dat ze niet kennen. Een mooie gelegenheid om de Nederlandse keuken en die van mensen met een migratieachtergrond aan elkaar voor te stellen. Dat verbreedt de blik op elkaars culturele gewoonten en gebruiken. Snoep komt de school niet binnen, evenmin als frisdrank of welk ander tussendoortje dan ook. Ouders hoeven niet meer de broodtrommeltjes of thermosflessen te vullen. De school regelt de thee of het water en de lichte lunch. De situatie op school is dan voor iedereen hetzelfde. Zo hoeven we ons ook geen zorgen meer te maken over de verschillen in inhoud van de broodtrommeltjes van Roderick en Ricardo.
Kamsma, M., & Keulen, C. (2021). Ongelijkheid zit in een lunchtrommel. NRC, 27-28 februari.