Het moet gezegd worden: deze titel trok onmiddellijk mijn aandacht. Ik had niet meteen tijd om het artikel in de NRC van 17 juni 2022 te lezen, zodat tijdens het koken mijn gedachten met mij op de loop gingen. Een dyslecticus die op Schiphol het zaakje moet gaan regelen. Lezen is niet de sterkste vaardigheid van een dyslecticus, dus in welke rol zou deze iets kunnen betekenen? Voor vrijwel alles moet je kunnen lezen en als er haast bij is, vooral vlot en foutloos. Het artikel gaf uiteindelijk geen antwoord op mijn vraag, behalve de niet-onderbouwde uitspraak van een door de auteur van het artikel bestempelde autoriteit op het gebied van dyslexie ‘Hofmeester’. Mij zei deze naam niets, maar een bezoekje aan het internet lost veel op. Volgens Nel Hofmeester moet dyslexie niet als stoornis gezien worden (tot zover heeft ze me mee), maar als een andere manier van denken, die vooral getuigt van een talent. Dysletici zouden snel en conceptueel denken, en overzien het grotere plaatje. De veronderstelling dat een ‘stoornis’ op een talent duidt, is niet nieuw. Zo verkondigde Ron Davis twee decennia geleden dat dyslexie eigenlijk een onbewust beeldend vermogen representeert. Natuurlijk kunnen zwakke lezers talent hebben voor iets anders, dat kunnen goede lezers ook. Niets wijst er echter op dat niet goed kunnen lezen oorzakelijk verbonden is met een ander talent, er is zelfs geen samenhang. Het zoeken of uitsluitend registreren van gevallen waarbij twee vaardigheden samenvallen die ons welgevallig zijn, heet confirmation bias. Zie je wel: zij leest slecht, maar is wel heel succesvol. Dat kan geen toeval zijn. Toch is het vrijwel altijd toeval. ‘Stoornissen’ zien als een marker voor een talent wordt nu neurodiversiteit genoemd. Maar daarover meer, de volgende keer!